bouw van de Sociale Diensten van Renault, een verouderd soort kantoor, saai en bruinig. Boven een glazen loket staat ‘Vakantiekolonies’, daaronder ‘Kerstboom’.
Een vrouw neemt me over en brengt me bij een kleine dikke man achter een bureau. Ik kan nu niet in de fabriek. ‘Morgenochtend om 8 uur is er een meeting, dan wel. Zo maar een beetje door de lege fabriek hier lopen heeft geen zin, bovendien zijn er altijd nog fabrieksgeheimen.’
‘U bent al medebestuurder’, zeg ik en hij lacht, maar niet erg. Hij vertelt dat er 32.000 stakers zijn bij Renault en dat ze voorlopig te eten hebben. Of dat zo blijft weet hij niet. Op studenten heeft hij het duidelijk niet erg begrepen, maar hij zegt dat er nu toenadering is. In ieder geval moeten we afwachten wat hij (de Gaulle) vanmiddag te zeggen heeft. En dat doet iedereen, voor de zoveelste keer, afwachten wat hij te zeggen heeft. Ik ook.
Ondertussen drink ik iets op het pleintje voor de fabriek, een plein waar ik anders in mijn leven niet geweest zou zijn, en waarom ook? De fabriek is triest en lelijk en ziet er uit als een fabriek in een neo-realistische Italiaanse film, de jaren '40. Ik hoor arabische stemmen, zie een paar arbeiders op het dak. Over de vuile letters ‘Renault’ is een bord gehangen: ‘Onze duizend francs, niet minder - onze veertig uur, niet meer - pensioen met 60 jaar’, het zijn redelijke eisen, ze zullen het krijgen, prijzen zullen stijgen, over twee jaar is alles bij het oude, de maatschappij zal niet veranderen.
Er hangen duizend verschillende affiches, aankondigingen, oproepen, proclamaties, gedrukt en met de hand geschreven. Ik kijk door een kier in de fabriekspoort - een paar man zijn aan het ping-pongen op een lege binnenplaats. Dat is alles. Een klein pleintje. Esdoorns. Zeven cafés met namen als ‘De Koffiekoning’ en ‘Aan de oevers van de Loire’. Straatvuil. Tralies voor de fabrieksruiten. Decor van tienduizenden levens. Een stakingsbord in het Portugees.
Langzaam, om benzine te sparen, rijd ik terug naar Parijs, neem een paar lifters mee, en zet mijn auto precies om half vijf neer naast het Théâtre de l'Odéon. Een droge stem zegt door de autoradio ‘Over enige ogenblikken spreekt de president van de republiek’. Er volgt landelijke barokmuziek, die correspondeert met een onhandig geschilderde landelijke danspartij in de ruiten van het restaurant naast me. Haydn