studenten is op dit moment niet zichtbaar, spreekkoren roepen ‘Ouvriers/étudiants unité’ (Arbeiders/studenten/eenheid) en iedereen roept mee, zelfs de stramme falanx van grootmogenden.
Als de stoet even stil staat zie ik twee negers, zingend, de een heeft zijn hand op de schouder van de andere en een klein jongetje staat erachter, tollend om zijn as. Ik vraag me af wat er van deze dag bij hem naar binnen dringt, maar vergeten kan hij het niet meer. Er worden schitterende kleine composities uitgevoerd: een kleine dikke man in blauwe werkkleren schreeuwt in de stilte die er even is (‘Dat gaat koud door je hart’, zegt Posthuma): ‘Pour les travailleurs iepiepiep’ - en de menigte orgelt een donderende instemming - dan: ‘pour les étudiants iepiepiep’, steeds met diezelfde, rauwe, vrolijke stem en weer dat donderende antwoord en juist op het moment dat het stil wordt zingt een andere stem, en iedereen valt in: ‘Adieu de Gaulle, adieu/Adieu de Gaulle, adieu’ op een wijsje dat als sentiment inhoudt ‘Vaarwel mijn lief, vaarwel’...
Op een dag, op een of ander oud journaal moet dit er als een historische menigte uitzien, maar de hemel geve dat het gelach, het stralende humeur er dan ook opstaan. Een man rent tot vóór de stoet met de laatste editie van de France Soir waarop met vuistgrote letters staat: ‘De Gaulle is naar Colombey’, en ogenblikkelijk wordt er weer een lied van gemaakt ‘À Colombey/Qu'il y reste’ (Laat hem er maar blijven), maar het gaat goedmoedig en zonder haat, hij is er al niet meer, het is een vaststelling. Ik dring door de ordedienst totdat ik op een meter voor de leiders uitloop en kan ze nu goed bekijken - Séguy die met zijn ijskoude commentaren studenten en jonge arbeiders van zich vervreemdde en daar nu op terug moet komen - het type van een Franse ambtenaar. Bij het beeld van de Republiek knielen de fotografen achteruit struikelend om hem er met de Franse maagd op te krijgen, hij weet nog niet helemaal hoe hij daarbij moet kijken vanuit zijn een beetje roze geworden gezicht. Naast hem loopt de president van de CGT, Benoit-Trachon, klein, dubbele uilebril, pijp, bruine schoenen, groene sokken, bordeaux-rode das, grijs pak, voor zich uitkijkend - ze krijgen applaus, en het is zoals met alle andere clichés nu: het applaus klatert echt, de Internationale wordt echt uit volle borst gezongen en dondert dan ook over de Place de la République, de man van de BBC hoeft alleen maar zijn