‘anständige Duitsers wilden hebben, die geen Verbrechen op hun geweten hadden.’
Dat zo'n zin met plechtige ernst wordt uitgesproken is al een teken aan de wand: het is een minimum eis, zou je zeggen, maar zij vonden het toch nog heel bijzonder, alsof ze zich levendig konden voorstellen dat je best ook wel een beetje Verbrechen gepleegd kon hebben. Een opwekkende avond was het al met al niet. Het beeld zwaaide heen en weer tussen München en Bonn, en omdat ik die afstand meerdere malen gereden heb zag ik in mijn verbeelding de oneindige stukken Wald ertussen, sombere bossen waarin zich niet veel afspeelt, landschappen en steden die samen met het land maken waar we allemaal met de ons eigen nederige ongerustheid naar kijken. Von Thadden heet Adolf maar is geen Hitler, Thielen ziet er uit als een 10% ontevreden trekker, een massieve Koekoek, maar zonder aanwijsbare paranoia kun je toch rustig vaststellen dat een vreemde, schreeuwerige, dwingende, duizendjarige de hele machine weer op gang zou kunnen krijgen, of niet? Iedereen is gewaarschuwd, en telt voor twee, en gezien de demonstraties in München, gezien de bijtende reacties van de commentatoren, zijn er in Duitsland ook veel die voor twee tellen. Maar er is ook nog geen magie opgelegd, geen mystiek aangewend, geen andere demagogie bedreven dan die van de platte ontevredenheid, er is nog geen Stem en geen Hand, geen leider, en of die komen lijkt de vraag, maar als ze komen, hoe sterk is dan de basis van het twintigjarige rijk? De bestuurders daarvan waren ook te zien, en voerden af en toe een flitsend, ijzeren steekspel op, waarbij Mende het mooist, (het mooi van de verliezer), en Wehner het indrukwekkendst was. Hij zit er bij als een keiharde, geniale, door Yrrah en harde jaren getekende man, en ik moet zeggen dat ik, zolang zulke heren er bij zitten, een redelijk vertrouwen in de toekomende dagen heb. Maar niet weg te wissen is dit: de spoken zijn er weer, er kan op gestemd worden en er wordt op gestemd, zeer lichamelijk zitten ze op het scherm van de Beierse televisie
en dwalen rond door de bergen en dalen waar hun voorouders ook al met zoveel succes op de altijd een beetje openstaande deuren van de Duitse ziel geklopt hebben. In de afgelopen dertig jaar regeerde A. Hitler duizend jaar, K. Doenitz één dag, K. Adenauer een ouderdom lang en L. Erhard een sigarenkist leeg. Wij wachten op het vervolg, maar vooral