Thuiskomst
oktober 1966. Langzaam vaart het witte schip de haven van Barcelona binnen. Het lijkt of het recht op een vrachtschip afgaat. Acht uur twintig in de ochtend. De zon al warm, het water doodstil, wij ook, en een geheimzinnige mist. Ver in zee een zwarte rechthoek - het silhouet van een kade die gebouwd wordt. Er lopen mensen over, bewegende schimmen in de gelige nevel. Voor ons, al even langzaam, vaart de Karbeniz uit Istanboel, hoog en wit, en andere mensen dan wij kijken naar hetzelfde: de voor anker liggende, stille schepen. We sluipen nu, en overal hoor ik misthoorns. Iemand zegt ‘het is alsof iedereen wacht tot de aarde in elkaar stort’. Dichter bij de kust zijn we nu, grondkleurige heuvels en zilveren olietanks, en daarachter, schimmig zoals het hoort, het dodenrijk, het ontzaglijke kerkhof van Barcelona, waar de Spaanse doden opgeslagen liggen in hoge rekken, wachtend op de Spaanse onsterfelijkheid. Cypressen, een mistroostige olietanker, en om het beeld te completeren een Nederlandse coaster, slecht in de verf.
Einde van een zoveelste reis. Einde van een maand op een eiland, met niets, met bijna niemand, met de zee. Lauwe, snel aanvliegende avonden, boottochten over zwart water, hitte en stilte in het landschap, hitte en krekels in het landschap, lange middagen op terrassen, trage gesprekken. Veel zwemmen onder water, vissen, bewegende planten, stilte, en als je bovenkomt de klap van het geluid. Vakantie. Het vervagen van de wereld waar je uitkomt, van mensen, van gezichten, belangen. Elke dag dezelfde rit door een zelfde leeg landschap, zo oud als de wereld, plat, van steen, met geiten, en stenen muurtjes of liever, muren van losse stenen die met onzinnig geduld zijn opgestapeld. Elke dag hetzelfde strand, wit, met dezelfde oude man die het aangespoelde wier wegkruit, en hetzelfde rieten afdak waaronder we mosselen eten en wijn drinken. En na al die dezelfde dagen het verlies van de tijd, het niet meer weten of willen weten, alsof de film waarin we nu spelen, steeds langzamer wordt afgedraaid. Soms komen er berichten uit een noordelijk land waar we iets mee te maken hebben, maar in het decor van de palmen, de witte huizen, de Afrikaanse hitte, de avondlijke haven, de Spaanse stemmen, de