maken hebben, een landstreek die zich niet alleen in afstand maar vooral in de tijd van al het andere verwijderd heeft. Ik blijf door de leegte rijden, wachtend op de grens, en als ik er eindelijk ben is het de grens tussen twee Zuidamerikaanse republieken, nergens, een ijzeren ketting over geen weg gespannen, en ik sta er voor stil en stap uit.
Een man komt naar buiten en staat mij langdurig aan te kijken. Ik weet dat het heel lang zal gaan duren. Na mij is hij weer uren alleen. Gretig pakt hij de papieren en verdwijnt in zijn huisje, verrukt met zijn tong klakkend. Ik loop rond in de hitte, de stilte, ruik aan een paarse bloem die nergens naar ruikt, hij komt terug, haakt de ketting los, sleept hem met geschraap van ijzer over de grond, ik mag gaan en rijd door niemandsland en kom na een tijdje bij de Portugese douane. Hier staan meer mannen, hun onbeschrijfelijke uniformen hebben de smaak van een verkeerd stuk geschiedenis, van fusillades in grensdistricten van Colombia. Ik voel me onbehaaglijk en neem dat mezelf kwalijk. Eén komt er naar me toe. Het uniform is grijzig, van een stofjasachtige materie. Koppelriem, revolver. Hoge, idiote pet zoals de Belgische gendarmes. Maar het ergste, in die hitte, zijn de zware, leren beenstukken. Ineens keert het hele moment zich tegen me, ik wil helemaal Portugal niet meer in, maar ik ga achter hem aan, mee naar binnen, hij gaat met een vuile, korte vinger langs alle letters van het paspoort. Een jongeman komt binnen en vraagt of ik geld wil wisselen, of heb te wisselen. Ik geef hem mijn heilige dollarcheques, en de grote Umwertung vindt plaats, verdwijn Lage Angsten! Ik heb mijn onschendbaarheid getoond, zelfs in deze republiek mag ik binnen.
Het is zoals waar ik vandaan kom. Andere, dezelfde mannen zitten hier gevangen om andere, dezelfde redenen, aan het hoofd van de Staat staat een andere, dezelfde man, hier heersen dezelfde en andere gebruiken. Ik kom buiten, ze staan om mijn auto heen, als een escorte, wijken opzij. Ik verricht de gebruikelijke handelingen die een geheimzinnige bijbetekenis krijgen en lever me dan weer aan het landschap over. Zij blijven achter in hun put van vergetelheid en niemand heeft ooit meer iets van ze gehoord. Ik ben in Portugal, voor de zoveelste keer.