Partijtje
Porto Quaglie, september 1965. In de nachtelijke heuvels van Toscane ligt het meervoudige huis van de grote uitgever, een serie achter elkaar aansluipende en in elkaar overlopende vertrekken gevuld met merkwaardige objecten, Picasso's, koperen bedden, een enkel boek, graaf Bobby, enige communisten, gravin Bobby, een beroemde schrijver, een oude dichter, enkele minder beroemde schrijvers, enkele minder oude dichters, de stormachtige uitgever zelf, zijn zo blonde vrouw, hun wilde dochter, hun nerveuze zoon, een driedubbele slagorde van personeel, waanzinnige hoeveelheden drank, kortom, de hele bliksemse boel, zorgvuldig uit la Notte en la Dolce Vita overgeschreven.
De onschuldige vreemdeling, een melkachtige ondergangsdrank in de handen klemmend, dwaalt van decor tot decor, luistert naar een verhandeling van een witharige dominee over Brecht, luistert niet naar een verhandeling over Brecht want kijkt ondertussen naar gravin Bobby die de oeroude dichter overeind helpt uit zijn veel te moderne stoel, achter de beregende ramen arriveert, geheel in wit gaas dichtgeweven, door de uitgever opgediend, de dikke beroemde schrijver en wordt bewonderd. De vreemdeling trekt zich terug in 'n hoek om het allemaal beter te bekijken. Op muziek uit negentiendertig danst een man met een snor uit negentiendertig, de Amerikaanse schrijfster met een Navarroklem tegen zich aan prangend, de zoon van de uitgever houdt met witte nerveuze vliegengebaren een verhandeling over verdovende middelen, de dochter loopt rond als 'n wilde kat die zoekt naar een muis die groter is dan een kat, zoiets vind je natuurlijk niet, dat is te zien, de witharige bekent dat hij zeer links is, geeft toe dat hij prachtige gedichten schrijft, vooral voor de bekende typemachinefirma, een echte kapitalist verschijnt als een wolk en lost niet op, in de verte, op een in het zwarte, nee, onzichtbare landschap drijvende grasplek zitten een man en een vrouw en repeteren het Huwelijk, licht uit een koperen bak over hun gelaten, regen als een ring er omheen, een bediende in de buurt, ik eet een olijf die krankzinnig landelijk aandoet, graaf Bobby verschikt zijn pochet en vangt zodoende meer licht, weer meldt zich een zeer links iemand die aan