Spelers zijn er, materiaal is er, boot is er, zee is er, en de schrijver hiervan verricht zijn laatste officiële daad voor hij tot volstrekte nutteloosheid en contemplatie zal vervallen en begeeft zich met de vlinderachtige persoonlijkheid in het monsterachtige voertuig op weg naar Nice waar de leider van het geheel zal aankomen vergezeld van zijn twee assistenten, de sterke en de stille.
Het is een mooie middag. De mensen staan in miljoenen tussen het land en de zee opgesteld, af en toe onderbroken door een enkele palm, en geruggesteund door de grootst denkbare hoeveelheid auto's die een Rivièra kan bevatten. Geen wonder dat we ook precies op tijd aankomen om de Caravelle uit de lucht te zien neersuizen, waarna de leider van het geheel de vlinderachtige persoonlijkheid in de krachtige armen neemt, iets wat ik in het eerste hoofdstuk al heb uitgelegd. Ook hij heeft een karrevracht filmmateriaal bij zich, en tevens een grote verzameling stenen Arabische drums, waarvan er ter plekke reeds één door de sterke wordt stukgeslagen. Allen nemen afscheid van de gesmolten stewardessen, geheimzinnige afspraken die nooit zullen worden nagekomen worden gemaakt, en na aankomst van de Volkswagenbus vertrekken we weer naar St Tropez door het inmiddels duister en daardoor romantisch geworden mediterrane landschap, waarin dan eindelijk het monsterachtige voertuig de gelegenheid te baat neemt om aan zijn bezitter duidelijk te maken hoe slecht het behandeld is, want terwijl de stille bochten maakt in het sombere gebergte waar James Bond nog even over zou nadenken, en terwijl wij dan ook met grote snelheid een helling afkomen, doet zich plotseling achter het gat van de nacht het iets grotere gat van de eeuwigheid voor ons open,