bewonderen zou gebrek aan smaak zijn. Hij staat daar als een zeldzame, ongesubsidieerde molen, en maalt. Als hij uitgesproken is ligt er op alle hoofden een dun laagje meel, en het duurt even eer het weer weg is. Jongeling, de anders gereformeerde, is ook zo iemand. Je denkt, ik heb met die man niets wezenlijks te maken, maar hij is een onvervangbare component van het land waar ik dan toch maar lid van ben of hoe je het dan ook noemen wilt. Een mening waar niets af kan, voorgedragen op een manier waar niets bij kan. En een van de weinige mensen die het feit dat ze in het concentratiekamp gezeten hebben als een volstrekte vanzelfsprekendheid kunnen opbrengen. Hoe treurig is daarna de woordvoerder der psp, ja, ik vraag mij zelfs af of hij wel de oomsstatus verdient. Daar staat nu iemand die in grote lijnen een aantal dingen vindt die ik voor mijzelf op een bank ook wel eens bedenk, maar hoe vaag, hortend, verkeerd gecoupeerd, inefficiënt komt het er uit: zeggen dat er belangrijker dingen in de wereld te bespreken zijn en dan niet onmiddellijk gaan zitten is een gedachtefout, en vóór de republiek zijn op de enige middag in een zittingsjaar dat de enige andere staatsvorm doorlopend besproken wordt is misschien wel erg principieel maar ook wereldvreemd.
Resten mij nog Marcus Bakker en boer Koekkoek. Marcus is een neef. Hij valt buiten de gezelligheid, misschien wel omdat hij zijn gelijk (in ieder geval zijn gelijk van deze middag) zo streng en zo gearticuleerd weet te brengen. Een bestraffend woord naar de minister-president, wat citaten uit Pippel, het wat koude, ongemanierde stemgeluid dat een betrekkelijke stilte zaait, nee, niet gezellig. Wel altijd erg goede rapporten. En groot gelijk met zijn sinjeuren-convent. De vertedering, ten-