Japans, Perzisch, Duits en Arabisch... ja, dan moeten we wel en daar gaan we dan.
‘Aan tafel bij Nikita Chroestsjev en de Zijnen. ik vierde oudejaarsnacht in het kremlin. Nieuwe Bourgeoisie aan Ruslands top.’ Ik kan niet zeggen dat dit, komende uit een rijke creatieve geest, naar meer smaakt, maar ik heb al 't meer dat er volgt toch gelezen, en eerlijk, het smaakte niet, en zeker niet naar meer. Dat een Nederlands ambassadeur in Moskou niet meemaakt wat wij allemaal denken dat hij meemaakt, of liever gezegd, dat hij eigenlijk nooit iets meemaakt omdat een Nederlands diplomaat in de huidige wereldsituatie doorgaans niet veel mee te maken krijgt, is jammer voor hem. Het moet frustrerend zijn om in een hoofdstad van het politieke bedrijf te zitten op een plek die er niet buitengewoon veel toe doet. Maar waarom iemand vanaf die plek alles op moet schrijven wat de driehonderdeenentwintig andere bezoekers ook al gezegd hebben, blijft onduidelijk, en niet alleen dat, ook onbenullig.
Het hele verhaal over de dikke Russische vrouwen, officieren die van het goud en zilver ‘druipen’, ‘welgedane brede Russen met vierkante koppen in brave colbertjes met soms wat scheefzittende dassen, en hun nog bredere gades in degelijke huisjurken of pogingen tot avondjurken’ had door de eerste de beste derderangs journalist naar huis geschreven kunnen worden, en dat is dan ook al regelmatig gebeurd. Maar dat de Nederlandse ambassadeur in Moskou niets interessanters heeft mee te delen dan zijn wat protegerende studentenopstellen over de Russische maatschappij, maakt het pijnlijk, en niet alleen voor hem.
Het volgende citaat kan regelrecht uit een studentenblad zijn - al ken ik er die het zouden weigeren: ‘Rechts