Een nacht in Tunesië
(1965)–Cees Nooteboom– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 77]
| |
verdieping van het gebouw waarin ik woon, de stem van een Amerikaanse kardinaal die de dode begraaft. De beelden die bij de stem horen heb ik vanmiddag gezien, en iedereen heeft ze gezien, de wereld heeft ze gezien. De schoten, de vliegtuigen, het paard, de prinsen, de Gaulle, de maskers van verdriet, de in de Amerikaanse herfst wegwaaiende stem van de priester, de vlam, het langwerpige landschap vol doden met in de verte het huis met de zuilen, de vrouw in het zwart met de vlag, de kist met de man erin van wie wij niet eens wisten hoeveel hij voor ons was. In de New York Times de papieren kant van de moord, een fotokopie van het politierapport zoals dat gemaakt wordt na elke van de dagelijkse moorden in Amerika, ingedeeld in rubrieken waarvan de nuchtere zakelijkheid in dit geval een lugubere bijbetekenis krijgt die alleen maar kan toenemen. Geheimen worden nooit minder, altijd meer. Politiedistrict: dallas. Naam van de vermoorde: John F. Kennedy (president van de vs). Ras: blank. Geslacht: mannelijk. Leeftijd: 47. Adres van de vermoorde: Washington, D.C. (Het Witte Huis). Misdaad nr F-85950. Wetsovertreding, (misdaad): moord. Plaats van misdaad: Elm Street (ongeveer 150° ten westen van Houston). Onleesbaar op het formulier: H. & R., onleesbaar: 2, onleesbaar 101. Politieman die het rapport opgemaakt heeft: CN Dhority. IB nummer 476 HH. Dag van de week: vrij. datum 22-11-'63. Tijd: 12.30. Tijd rapport: 5.10. Rapport ontvangen door: Mayo. Rapport ontvangen: 5.10. Gewaarschuwde lijkschouwer: Jos. B. Brown. Verklaring van overlijden afgegeven door: Dr. Kemp Clark, 1PM, Parkland Ziekenhuis. Details betreffende de misdaad: De overledene reed in een open wagen in een optocht samen met vrouw en gouverneur | |
[pagina 78]
| |
John Connally, en diens vrouw. Getuigen hoorden schot en zagen de overledene naar voren zakken. Meer schoten werden gehoord en de overledene viel in de schoot van zijn vrouw. Gouverneur Connally werd ditmaal ook geraakt. Wagen waarin ze reden werd geëscorteerd naar Parkland Ziekenhuis door politiebeambten van Dallas. Getuigen in verzekerde bewaring: alle beëdigde getuigenverklaringen bevinden zich in het politiebureau, afd. moord.
En dat is het dan. Vier dagen, twee moorden. We hebben ze alle twee gezien. De eerste, de wild in verwarring draaiende camera die de verwarring registreert zoals hij geweest moet zijn, de zware auto tot stilstand gekomen, de vluchtende mensen, de bloedende man die niet had mogen sterven - en de tweede, zoveel duidelijker, brutaler om te zien, de man met het open witte overhemd die door twee kennelijk nietsziende stieren over een binnenplaats wordt vervoerd, de man van wie de politie van Dallas zegt dat hij de moordenaar was van die eerste. Er zijn, zegt de politie van Dallas, overstelpende bewijzen tegen Oswald. Maar waar zijn de foto's, de documenten, de bewijzen van de bewijzen? De enige foto's die wij hebben is een man, die wij zien, maar die de politie niet zag, een man met een revolver in zijn uitgestrekte rechterhand - en (hier worden de foto's film) wij horen de schoten, de schreeuw van de stervende die in elkaar slaat, en de zuidelijke stem die herhaalt ‘Lee Oswald is neergeschoten. Hij is neergeschoten. Lee Oswald is neergeschoten.’ De ambulance (van tevoren door de politie van Dallas gewaarschuwd (N.Y. Times) omdat er opgebeld was dat er een aanslag op Oswald zou worden gepleegd (N.Y. Herald Tribune) rukt uit en brengt de nieuwe stervende weg, maar te laat. In het graf waar hij | |
[pagina 79]
| |
nu al ligt heeft hij zijn schuld, zijn geheim of gebrek aan geheim meegenomen, en aan de wereld voorlopig een veel groter gelaten. Een president wordt neergeschoten. Een vage man die veel dingen was en gedaan had die in Amerika als gevaarlijk of verachtelijk gelden, en in geen van die dingen iets duidelijks had bereikt - een man, die als hij de moord niet heeft gepleegd op niets meer lijkt dan op een verwrongen lid van een niet toevallig verwrongen generatie zoals zoveel anderen, heen en terugzwaaiend tussen het genadeloos absolutisme van de systemen - wordt beschuldigd. Alles duidt ook op zijn schuld, en toch is het voor ons hier, onvoorstelbaar, dat de openbare aanklager nog voor het proces, als hij juridisch nog steeds een onschuldige is al verklaart dat hij de doodstraf zal eisen. En lang voor zijn proces, en zijn mogelijke veroordeling, wordt het vonnis al uitgevoerd door een andere, een nieuwe moordenaar. Een geheim wordt geplaatst in het geheim: wat een komplot lijkt kan onvoorstelbare, barbaarse stupiditeit zijn. Of zoals de New York Times schrijft: ‘Parijs ongerust over mogelijke wetteloosheid in Amerika. Londen wacht op het bewijs dat er geen komplot achter de moorden zit.’ Gisteren en vandaag waren daar en hier de dagen van de beelden van rouw, omdat wat die wereld niet wilde missen nu wordt gemist, en omdat de angst, eeuwige begeleider, teruggekomen is bij het roepen van één schot, gelost uit een hoog raam door een man op een andere man. Maar het is onafwendbaar dat de wereld, zoals bij elke tragedie, zal willen weten: wie was de moordenaar die de geschiedenis veranderde, en waarom? Welke touwen van ziekte of perverse machten trokken aan zijn vernietigende hand? En bij gebrek aan antwoorden worden vragen gevaarlijk. Want bij | |
[pagina 80]
| |
gebrek aan antwoorden zijn alle antwoorden geldig.
En daar is nu, twee jaar later, na het Warren Report, na Buchanan, na Trevor-Roper en de rest van de spraakverwarring niets aan toe te voegen. We zullen het wel nooit weten, zou mijn grootmoeder gezegd hebben, als ik er een gehad had. |
|