legervrachtwagen rijdt op een landmijn, dat geeft een witte stofwolk, de soldaten springen er af en verspreiden zich, achter de grote hoeveelheden aanwezige bomen en hoge struiken houden zich in Kongo en in Algerije opgeleide rebellen op. De lucht boven dat alles is volgens zeggen van m'n vriend voortdurend blauw, zoals ook alle kranten gecensureerd zijn, en eerlijkheidshalve staat dat dan ook op elke bladzijde. Uit veel dorpen zijn de mannen weg, naar de rebellen, en in de steden treft men manschappen aan van een soort wa, die ter plaatse de psp genoemd wordt, een coïncidentie waar we de h. Lankhorst maar niet mee lastig moeten vallen. Verder vond mijn correspondent dat alles leek op Indië 1905 (hoewel hij toegeeft dat hij daar zelf ook niet geweest is) en dat de Zuidamerikanen die voor dezelfde gelegenheid als hij naar Angola waren gekomen (autoraces) elke neger voor het gemak met Loemoemba aanspreken.
Tot zover Angola. Ik heb de kaart bijgezet op een speciaal daarvoor opgericht plankje, vlak naast een papieren vlaggetje uit Cuba waarop staat ‘Het vaderland of de Dood, wij zullen overwinnen!’ Zowel de para als het vlaggetje wordt bewaakt door drie goden uit India, waarmee niets oneerbiedigs, en ook niets oecumenisch is bedoeld.