Een middag in Bruay(1963)–Cees Nooteboom– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 138] [p. 138] De soldaat van twintig jaar Gedicht, ter herinnering aan een vergeten en overbodige periode. Geen van de ongeborenen zal de Vrijheid ooit zo beseffen schreef Bloem. De soldaat waar ik het over heb was toen vier jaar. Toen hij vertrok was hij twintig, en twintig was hij toen hij stierf in de oorlog die geen oorlog is. Maar hij is dood. In Nederland was het een zonnig weekend, Ajax en Blauw Wit wonnen ieder hun wedstrijd, alleen de twintigjarige soldaat verloor de zijne in de oorlog die geen oorlog is. Maar hij is dood. Hij zal het niet meemaken, de eerste mens op de maan. Hij zal het niet meemaken, de grote revolutie. Het vaderland heeft zijn tijd van hem afgenomen, hij heeft geen tijd meer. Hij ligt in een graf in Nieuw-Guinea, en hij is er niet. Ik weet het wel: dit soort gedichten is uit de tijd, samen met te kleine vaderlanden en de liefde daarvoor. Alleen, de oude machines werken nog steeds en maken een oorlog, een oorlog. Daar moet in gesneuveld worden. De achterblijvers sturen radio's naar het oerwoud. Maar het leven kan niemand sturen, dat is te duur. Daarom komt hij niet meer terug, de soldaat van twintig jaar [pagina 139] [p. 139] naar het land waar hij niet mocht stemmen over waarvoor hij stierf. In de prehistorie van Nederlands Nieuw-Guinea waar een zwetende zon op de dag jaagt, en op mensen, rust een man in wat wij voor het gemak vrede noemen. Maar hij stierf in een oorlog die geen oorlog is. En hij is dood. Vorige Volgende