woorden, omdat, zoals hij zei, die vragen alleen maar gesteld worden met een bepaalde bedoeling, en meestal geen goede. Dat mag als een zwak argument klinken, maar Fried liet duidelijk blijken wat hij van de affaire Djilas dacht, en vond dat genoeg. De man in de zaal dacht daar anders over, en de leider van de Zuidslavische delegatie kwam naar voren, zenuwachtig, met zijn koptelefoon op. Hij was ongetwijfeld op deze vraag geprepareerd, misschien meer dan wij er op geprepareerd zouden zijn om te antwoorden op vragen waarom de communistische schilder Siqueiros nog steeds in Mexico in de gevangenis zit, om maar eens een dwarsstraat op te noemen. Segedin, zo heette de Zuidslaaf, maakte een oprechte indruk. In een ander verslag zag ik hem als pompeus beschreven, maar dat kan ik niet vinden. In ieder geval, voor diegenen onder ons die nog steeds leven in de gouden tijd van als je je excuses maakt mag je weer binnen komen, was het op zijn minst een genoegdoening dat de man verklaarde dat hij 't betreurde dat er in Zuid-Slavië iemand in de gevangenis zat om een boek. Het was duidelijk dat hij het ook werkelijk betreurde, al was het alleen maar omdat het niet uit te leggen was, kennelijk, dat Djilas behalve schrijver ook een politieke figuur is, een van de meest belangrijke trouwens. Maar hij deed zijn best, in hoge golven van hortende Franse pathetiek vloog het over ons heen, meer een symbool van de toestand, als ik ook eens iets duisters mag zeggen, dan de toestand zelf. Dat er tegelijkertijd een eenbenige man uit de galerijen begon te schreeuwen dat Schotland los moest van Engeland was een tragisch moment voor het Westen, te meer, daar de man een geruite rok aan had en het meende. Van het Reve wou daarna het woord nemen om te vragen hoe de gevangenschap van Djilas het transport in