boeg. Angola, Mozambique, Zuid-Afrika. Er zal veel door de heer D. geweend worden. Ten tweede is het ook heerlijk om altijd gelijk te hebben en te krijgen. Er is geen verrukkelijker gezelschapsspel dan je voorstellen hoe Afrika er in die hersenen eigenlijk uitziet - waarschijnlijk een fraai, groot rustig werelddeel waar de inheemsen in inlandse wijken wonen en zich met overgave voorbereiden op het zelfbestuur in 1969, 1982, 1996, 2001. Maar het merkwaardige is dat de jammeraars zelfs in hun stoutste dromen nog achter de werkelijkheid aanlopen. Een mooier en dromeriger kolonialisme dan ooit is in zwang. Vader is een tijdje weggeweest om zich te verkleden, maar kijk, daar is hij al weer terug, en veranderd is er niets. Wij kopen de grondstoffen goedkoop, nemen ze mee naar huis, maken er iets moois van en brengen het terug tegen waanzinnige prijzen, te koop. Zelf produceren is er nog lang niet bij, en wij zijn de enigen die iets met die grondstoffen kunnen doen, en dus bepalen wij de prijs, zoals we ook de prijs van het eindprodukt bepalen. President Ajoeb van Pakistan heeft het intelligenter en duidelijker gezegd bij de debatten over Engelands toetreding tot de eeg, maar ik ga terug naar Duyzings. Daar zit hij, en weeklaagt. Algerije viel hem uit de hand, Nieuw-Guinea liet zijn vlag zakken, vele Kongolese parlementariërs verdienen meer dan veertigduizend gulden per jaar, en Duyzings weent. Het vreemde is dat ik na zoveel van die ontzettende stukken nog steeds niet weet waarom. Waarom huilt u, meneer Duyzings? Wat is toch de bedoeling van uw opstellen? Waar gaan ze over?
Het zal wel een rechtse vorm van Weltschmerz wezen, dacht ik. Tenzij het toch een echte mooie grote sociale bewogenheid en kommernis is. Of een Europese geest,