Tempo Doeloe
[21 december 1961] Bij de uitgeverij Querido is dit najaar een boek verschenen dat Tempo Doeloe heet. Tempo Doeloe betekent: de tijd van vroeger, en wie het boek openslaat valt in die tijd van vroeger. De foto's uit dat boek zijn allemaal uit het ‘oude Indië’, periode 1870-1914, de voltooid verleden tijd, met alle gruwelijkheid van dien. Het is dezelfde schok van alle foto's uit die tijd: daar staan ze, onze voorouders, met hun geleefde, volstrekt voorbije leven. Ze zijn er middenin, de tijd aan alle kanten behaaglijk om zich heen, ze leven, hun hart klopt, ze zijn in Indië, ze zijn kolonialen, soldaten, bankdirecteuren, Javanen, ze kijken in de lens. Met hun levende oog kijken ze in ons levende oog, ze springen over de tijd heen, verschalken hun allang geleden vergane lichaam en zetten het nog een keer op, poserend in achter-tuinen onder waringins met vrouwen, baboes, en kinderen, een koperen zonnemiddag, augustus 1893.
Zo staan wij soms voor de fotograaf, de krant gelezen, een brief geschreven, straks gaan we slapen. Hij maakt zijn foto. Er is niets belangrijkers dan onze tijd. Wij zijn het die nu leven. Later neemt iemand onze foto ter hand, giechelt om onze ouderwetse kleren, om onze belachelijke haardracht, en om alles wat de tijd er nog aan lachwekkends zal kunnen bijmaken, dat wat we nog niet weten, nooit zullen weten.
Foto voor foto vertelt het land, zoals het geweest moet zijn: driemasters op de rede van Batavia, de blakende witheid van het Hotel des Indes, kijk, het heeft net geregend, de plassen liggen nog in het zand, honderd jaar oude regen! En de Kenarielaan, dames in crinoline, romantische heren met baarden onder hoge bomen, een