praat moest worden is duidelijk. Tenslotte vertegenwoordigt Duitsland vijfenveertig percent van de produktie in Europa, meer dan Frankrijk en Italië samen. Frankrijk heeft Duitsland dus hard nodig zoals het nú is. Komt Engeland (u weet wel, dat gekke land waar je zo weinig over hoort) er ook bij, dan zakken de vijfenveertig percent naar beneden tot dertig, dus moeten er handen worden geschud, tranen worden gelaten, Britten worden geweerd tot het zelfbedachte staketsel klaar is. Het zo stellen is simpelmans wijsheid, maar wat moet de argwanende buiteneuropeaan anders aan met het halfgeheimzinnige web dat steeds haastiger geweven schijnt te moeten worden, dat allang niet meer op Europa lijkt, wat dat dan ook geweest zou
zijn, maar veel meer op een plaatsvervangend dubbelnationalisme, God weet door welke te slecht bekende belangen gevoed, en zaak voor nieuwe kwade geschiedenissen.
Men voelt zich inderdaad dom, omdat men er niets meer van begrijpt. Het stinkt naar het geschiedenisboek, het heeft een onwerkelijke klank, Frankrijk, Duitsland, ouderwetse, gevaarlijke woorden die ineens weer opgeld moeten doen. Al genoeg beschavingswerk gedaan sinds 1870 zou je zeggen, maar het kan niet op. Een zeventigjarige die zijn eigen atoommacht wil op grond van het eeuwige Evenwicht en clichématig gezeur over de strijd tegen de massamens en voor de waardige individualist. En natuurlijk als je zo iets zegt, en in het Duits, lopen vierduizend Stuttgarter Kinder de tranen over de Zwabische wangen, en dan verander je je toespraak, dan hebben de Duitsers niet alleen grote vergissingen begaan (eerste versie) maar ook geweldige dingen tot stand gebracht (tweede versie). Wat het zal betekenen voor de Stuttgarter Juichers, over een twintig jaar, als de Bouwers samen