Ergens anders
[1 februari 1962] Twee keer het Franse weekblad l'Express. Eén achterkant, één voorpagina. De voorpagina: foto van een groep lyceïsten die de school uitkomen. Het woord school klinkt bijna luguber in dit verband. De lyceïsten doen nu aan politiek, zijn bij de oas, zijn in de weer met plasticbommen, worden ontvoerd. Een vriendelijke generatie groeit op.
De achterpagina: een brief van een Algerijnse lyceïst, een schooljongensbrief dus. ‘Ik ben geboren in 1943...!’ Wat een jaartal! Hij is geboren in 1943, hij schrijft een brief, een brief van haat en verachting, een door zijn volstrekte wezenlijkheid bijna onwezenlijk document. Hij schrijft niets dat wij niet weten. Met een langzame vlinderslag waden wij elke dag weer door dezelfde dreigtekenen heen, bomaanslagen, bomaanslagen, bomaanslagen, en niemand leert iets, het gebeurt toch allemaal ergens anders?
Terwijl ik schrijf wappert buiten de vlag voor een prinses. Zij wappert een beetje heen en weer en in de straat daaronder stroomt het goedgeordende verkeer regelmatig als leidingwater - alles is geregeld, iemand die hier zou willen jagen op anarchie zou lijken op een vlinderjager in de winter. Maar het is maar een paar honderd kilometer hier vandaan dat een muur een stad verdeelt, het is maar een paar honderd kilometer hier vandaan dat schooljongens aan politiek doen op een manier die elke jongerenfractie hier tranen van bloed naar de ogen zou jagen. Maar het gebeurt ergens anders. En dat betekent al bijna dat het niet gebeurt. Dat de haat, de moorden, niet gebeuren. Dat de anarchie niet gebeurt.
Mijn Algerijn schrijft dat hij de Fransen haat. Hij haat