ook de wind geweest kan zijn. Tegen de muren van zijn hut riep de tokèh. Bedachtzaam, om zijn vrouw niet te wekken, ging hij naar buiten, lachte tegen het gele licht dat door het dichte gebladerte van het oerwoud aan kwam rollen en sloeg twee stenen tegen elkaar. Na lang blazen ontstond een vuurtje waarop hij in een klein aluminium pannetje wat water kookte voor zijn eerste kopje oploskoffie. In de rivier klonk het zware plonzen van een krokodil, maar de oude Papoea was al lang aan die geluiden gewend en ging weer naar binnen om z'n draagbare radiootje te halen. Tevreden luisterde hij naar de marktberichten, maar na een kwartier vond hij het genoeg. Uit een klein hutje dat achter de grote hut stond haalde hij zijn stenen bijl en zijn pijl en boog en begon, na zijn inmiddels wakker geworden vrouw goedemorgen te hebben gekust, aan zijn dagelijkse wandeling naar de tramhalte die tien minuten verderop lag. Het was tamelijk druk in de tram, maar bij de visdrogerij ging iedereen er uit, zodat hij verder tot de eindhalte, diep in het oerwoud, alleen was.
Nadat hij de krant helemaal had uitgelezen en een strootje had gerookt besloot hij een potje te gaan jagen. Zijn buit bestond aldra uit een kantjil, waarmee hij laat in de middag tevreden huiswaarts keerde, waar ook zijn vrouw reeds terug was met de vers gerooide knollen, die nog heerlijk naar aarde roken. Snel maakte zij een eenvoudige schotel voor hem klaar, waarbij het flesje beaujolais dat ze onlangs van Franse vrienden cadeau hadden gekregen uitstekend smaakte. Maar al te veel tijd om te smullen was er niet, want die avond zou er gesneld worden, en na afloop van het snellen zou er een film zijn over een Duits proces. In tegenstelling tot vroeger jaren duurde het snellen dan ook niet lang. Vrolijk het clublied zin-