voor de oas? Of is dit de veelgezegde ontwikkeling naar het grote moderne Frankrijk? Allemaal verschijnen ze, de in zijn stoel vastgeschroefde, zware Soustelle. De nerveuze, ijdele Salan met zijn hoge stem. De mannen die over dictatuur, onafhankelijkheid, het verzet, de morele toelaatbaarheid spreken.
En de beelden die we al kenden: rennende gendarmes die met granaten gooien, moslems met hun handen omhoog tegen de muur, wilde demonstraties, vrouwen afgetast op wapenbezit, het geschreeuw, het gejoel, het gemarcheer, dat wat in stukken van Brecht het volk heet - is het mogelijk dat vanuit het perspectief van een nog niet bestaande toekomst op die ogenblikken waar we getuige van zijn ook over ons beslist wordt? Want zo ver heeft de Gaulle het al gebracht - het gaat al niet meer om Algerije, dat drama speelt zichzelf verder, het gaat om Frankrijk, en dat is dichtbij -. Deze keer zal niemand kunnen zeggen dat we het niet geweten hebben. We hebben alles gezien, we hebben een heel verleden als handboek. Maar we zullen wel weer een toekomst nodig hebben om te begrijpen wat er nu aan de hand is.
Twee avonden later een ander televisieprogramma. Over sport op zondag, of dat ja mag of nee mag. Vijf heren hebben zich aan de tafel geschaard om dit bij uitstek belangrijke probleem te bespreken. O liefelijke Natie, o poel van rust, o ongestoord eiland! Vijf heren, vijf glazen sinaasappelsap, twee professoren. Iedereen die zegt dat Nederland een zwaarwichtig land is, weet niet waar hij het over heeft. Nederland is lichtzinnig. Niemand anders dan een lichtzinnige kan in de schaduwen van bommen, bloed, discriminatie en dreiging breed uitgemeten gaan zitten om zichzelf kleine spitsvondigheden toe te dienen. Het lijkt eenvoudig: dat wie op zondag niet aan sport wil