keer af wat Spanje eigenlijk is. De gemeenplaatsen over dit land zijn uitgekauwd genoeg om er drie generaties halfzachte toeristen mee te voorzien, die op hun beurt wel zullen zorgen voor het dividend. Elke keer steekt iemand een loze vinger in het stieregevecht, de Kerk, de burgeroorlog, Franco's bewind en komt aandragen met de pasklare formule ‘de Spanjaarden zijn een volk’ etc. Maar wat zijn de Spanjaarden voor een volk? Ik ga het café uit en neem een geelzwarte taxi terug naar de stad. Het is druk in het centrum en de grote kast van het stadslawaai staat open. Ik ga ergens op de Ramblas zitten en denk aan de lange ketting kralen die ik van Spanje ken: het bed van Philips de Tweede in het Escorial, het wildste deel van de Picos de Europa in Asturië, de kale, woestijnachtige landschappen van het zuiden, Don Quichot, de gedichten van Lorca, de tekeningen van Goya, de wolkenkrabbers van Madrid, een stieregevecht in een dorp bij Murcia, de waterhoofdige luxe van San Sebastian, de grijze troosteloosheid van de arbeiderswijken van Bilbao, een havencafé in Cadiz, de metro in Barcelona, de moskee van Cordoba, de herenclubs met zware leren fauteuils in Palma de Mallorca, een lange ketting die nergens meer ophoudt en die niets oplost.
Wat is Spanje? Het antwoord moet ergens liggen tussen de brand van Andalusië, de conquistadores, Teresa van Avila, Juan Belmonte, Generalissimo Franco, de gruwelijke bloedoorlog van 1936, de Moren, de hemeltergende ambtenarij, de onafhankelijkheidsdrang van de Catalanen, de totale armoede van Galicië, de inquisitie, de totale rijkdom van het grootgrondbezit, de totale afhankelijkheid van de peones, de eindeloze loterijen, de frustratie van de intellectuelen, de censuur, de barrière van de Pyreneeën. Maar is een land de som van zijn geschiede-