| |
B. de Smidt (1592)
Ontstaan
Voor een uitsluitend Antwerps publiek levert Van der Noot a.h.w. een staalkaart van de maatschappelijke mogelijkheden der PW: een lof van het huwelijk en een aanprijzing van de eendracht onder familieleden zijn hier opgenomen, evenals een epitaaf en de gewone aansporing tot beoefening der deugden. Naast deze zielloze produktie is er toch één gedicht dat in nadere verhouding tot de dichter zelf staat: een sonnet voor Olympia.
| |
Inhoud
- | Elegie aan Balthasar de Smidt en zijn echtgenote (4-17)
Hun wordt de lof van het ideale huwelijk opgedragen, omdat zij zelf een dergelijke exemplarische verbintenis gesloten hebben. |
- | Sonnet voor Balthasar de Smidt en zijn broers (67-80)
Zie craenmeester 107-120. |
- | Sonnet voor François de Meyere (83-98)
De dichter bevestigt zijn godsvertrouwen wanneer hij ziet dat de wereldsgezinden, die hem bespot hebben, wanhopig ten onder gaan. |
- | Gedicht voor Melchior Wissels en zijn echtgenote (143-158)
Het hele stuk bestaat uit de verzuchting dat Van der Noot er nu toch eindelijk in geslaagd is dit echtpaar in de PW op te nemen. |
- | Epitaaf voor Hendrik Pelgherom (163-178 en 180-188)
De voortreffelijke kwaliteiten van de overledene zullen door Van der Noot onsterfelijk gemaakt worden. Aansluitend troost hij de zonen van Pelgherom met de hoop op een deugdzame geliefde. |
- | Sonnet aan Olympia (223-236)
Onder een talloos gezelschap van jonge dames schittert Olympia door haar eenvoud en deugden. |
- | Sonnet voor Adriaan Verdonck en zijn echtgenote (241-256)
Van der Noots verzen staan niet in de gunst bij de wereldsgezinden, wier welstand vergaat na dit leven. Van der Noot bekreunt zich niet om hen: hun afgunst groeit bij het zien van andermans welslagen, terwijl de deugdzamen zich vergenoegen met het bezit van geestelijke goederen. |
| |
Bronnen
63-80 |
= |
craenmeester 102-120 |
83 |
= |
Tob. 3:2 |
90 |
= |
Lucas d'Heere, Refereyn, 38-40 (D'Heere, 104) |
| |
Varianten
Tegenover craenmeester zijn enkel varianten in de spelling opgetekend.
| |
| |
| |
Verklarende aantekeningen
1 |
Balthasar de Smidt: zie craenmeester 103 |
2 |
Lucretia Tacquet: vermoedelijk een dochter van Adriaan Tacquet (oca. 1523 †1599). Deze Bourgondische edelman, vader van zes kinderen, had zich te Antwerpen gevestigd; zie BN, XXIV, 440; H. van Crombruggen, Janus Lernutius (1545-1619). Een biografische studie, Brussel, 1955, 7; Grafschriften, I, 61; Herckenrode, 1871; Van den Leene, 9*3v. |
4 |
houlijken: huwelijken WNT, VI, 1197 (s.v. Houwelijk) |
8 |
vroom: rechtschapen MNW, IX, 1398 (s.v. Vrome) |
11 |
als de ghesonde: welgesteld WNT, IV, 2243 (s.v. Gezond); als + bep. lidw. + gesubst. adj. = bijw.; zie F.A. Stoett, Middelnederlandsche Spraakkunst. Syntaxis, 's-Gravenhage, 1923, 76, §116. |
13 |
radt: lees raedt |
15 |
tempeeste: ellende WNT, XVI, 1466 (s.v. Tempeest); zelfde uitdrukking in titelvel 1593-1594 45 |
20 |
Brabançons: voor Nederlands; zie apologie 16 |
22 |
Lncrece: lees Lucrece |
24 |
sus: sur Huguet, VII, 150 (s.v. Sus) |
30 |
le los: la louange Huguet, V, 45 (s.v. Los) |
81 |
Francoys de Meyere
‘Franchois de Meijere Franchois sone’ is gehuwd met Elizabeth Mertens (†18 aug. 1595). Hijzelf overlijdt op 20 juli 1602.
Lit.: Grafschriften, I, 59, 60; Sweertius, Monvmenta, 59, 383. |
83 |
siju: lees sijn |
86 |
dick: dikwijls WNT, III, 2618 (s.v. Dik)
als groue clerken: als weliswaar geleerd, maar zonder fijnzinnigheid WNT, V, 896 (s.v. Grof) en WNT, VII, 3906 (s.v. Klerk) |
87 |
slim: oneerlijk, slecht WNT, XIV, 1774 (s.v. Slim) |
88 |
versocht: op de proef gesteld MNW, VIII, 2499 (s.v. Versoeken) |
90 |
als in t'slijck...: bron hiervoor is D'Heere, die zelf verwijst naar Varro en Plinius; zie D'Heere, 139 |
92 |
pynen: inspanningen WNT, XII, 1653 (s.v. Pijn) |
96 |
vry Van: zonder MNW, IX, 1315 (s.v. Vri van); distinctio; zie titelvel 1593-1594 52 |
141 |
Melchior VVissels
In 1574 woont hij in de 9de of 10de wijk; hij betaalt dan 6 pond Art. in de lening voor de Spaanse soldaten. Op 13 apr. 1577 legt hij getuigenis af n.a.v. de Spaanse furie; bij die gelegenheid wordt ook zijn beroep vermeld: ‘cleermakere’.
Lit.: AA, XXII, 278; XXIII, 336.
Anneken Clasens: een verwante van Heimbert uit 's-Hertogenbosch, vermeld in AA, IX, 420 noot 8? |
143 |
micken: beogen WNT, IX, 730 (s.v. Mikken) |
145 |
als/nu...dan: nu eens...dan eens WNT, II, 277 (s.v. Alsnu) en WNT, Suppl. I, 982 (Id.) |
148 |
hief: aanlegde WNT, VI, 424 (s.v. Hoe men 't heffe) |
153 |
proposte: onderwerp WNT, XII, 4479, 4480 (s.v. Propoost, tot desen proposte) |
158 |
ghemeten: afgemeten WNT, IX, 628 (s.v. Meten); zie apologie 26 e.v. |
159 |
Catharina Tielmans
Zij overlijdt op 6 okt. 1591 als weduwe van Hendrik Pelgherom.
Lit.: Grafschriften, VI, 197. |
160 |
Robrecht/Francoys/Heyndric: over hen zijn geen gegevens voorhanden in de geraadpleegde literatuur.
Besseltken: Basilia Pelgherom (†Antwerpen 14 nov. 1641) |
| |
| |
|
Na 1610 is zij gehuwd met Justo Canis (†21 apr. 1644).
Lit.: Grafschriften, VI, 189, 194. |
161 |
Francoys: foutief voor Hendrik; verbeterd in angoni 384
Hendrik Pelgherom (†Antwerpen 19 aug. 1587)
Zoon van Jan, de latere rentmeester en thesaurier (volgens sweerdts 325-327).
In 1577 is hij aalmoezenier. Op 19 apr. 1584 moet hij de eed komen afleggen als ‘gecosen Policiemeestere’, maar het wordt 27 juni vooraleer hij dit inderdaad doet. Pelgherom heeft zolang tegengestribbeld omdat hij zich beroept op zijn ‘vrydicheyt ende exemptie als ghesworen Guldebroedere’. Op 8 sep. krijgt hij toestemming om, mits het storten van een borgsom, de stad voor drie maand te verlaten.
Lit.: AA, V, 263, 298, 309, 375; Grafschriften, VI, 197; Jubilé, 58.
Nota: in Grafschriften, VI, 197 worden als de kinderen van Hendrik Pelgherom en Catharina Tielmans opgegeven: Elizabeth († 25 apr. 1600), David (†31 jan. 1624), Guilliam (†9 aug. 1637), Suzanna (†14 aug. 1659) en Sara (†23 sep. 1658). Aangezien Van der Noot zich reeds in de voornaam van hun overleden vader vergist heeft, is het goed mogelijk dat hij ook in zijn verdere gegevens enkele takken van deze familie uit 's-Hertogenbosch verwart. |
165 |
hemelsche throonen: hemel WNT, XVII, 3237, 3238 (s.v. 's Hemels...troon) |
167 |
kunnen: lees kunnen |
171 |
eeuwihlijck: lees eeuwighlijck |
172 |
Als d'beeldt...: volgens Gen. 1:26; zie ook noot 149 |
177 |
Maghen: verwanten WNT, IX, 3 (s.v. Maag) |
178 |
verdrietds: lees verdriedts |
186 |
gnnen: lees gunnen |
192 |
sus: zie 24 |
193 |
François: foutief; zie 161 |
198 |
Damosselle: lees Damoiselle |
201 |
il...giouane: in tegenstelling tot de Franse en Spaanse versie spreekt de Italiaanse slechts over één zoon van Pelgherom. |
204 |
Henrico: alleen in de Italiaanse commentaar staat de correcte voornaam. Deze tekst kan als laatste ontstaan zijn, waarbij Van der Noot de juiste naam ingelast heeft. |
225 |
Diana: hier opgeroepen als godin van de maan |
228 |
fier: trots WNT, III, 4442 (s.v. Fier) |
229 |
roset: rood blanketsel WNT, XIII, 1397 (s.v. Roset) en WNT, XIII, 1560 (s.v. Rozet)
paruken: kapsels WNT, XII, 597 (s.v. Paruik) en WNT, XII, 4597 (s.v. Pruik)
quaedt: vals WNT, VIII, 633 (s.v. Kwaad) |
230 |
bouwen: een meestal ruim geplooide en met passementen bezette bovenrok WNT, III, 769 (s.v. Bouwen) |
233 |
sebaerheydt: ingetogenheid MNW, VII, 850 (s.v. Sedebaerheit) |
236 |
vertiren: veranderen van aard, van voornemen MNW, IX, 148 (s.v. Vertieren) |
237 |
Gratior...: aanpassing van Vergilius, Aeneis, V, 344; deze spreuk komt meermaals voor in de PW |
238 |
Adrian Verdonck (oEersel ca. 1554 †na 1605)
Broer van Rombout (j. de smidt 196). Hij begint zijn loopbaan als Latijns schoolmeester te Antwerpen op 24 nov. 1581. Hij woont achtereenvolgens in de Keizerstraat, in de St.-Michielsstraat en in de Wijngaardstraat. In 1600 is hij notaris. Hij wordt voor het laatst vermeld in 1605.
Lit.: Henry L.V. de Groote, ‘De zestiende-eeuwse Antwerpse schoolmeesters’, in Bijdragen tot de geschiedenis inzonderheid van het oud hertogdom Brabant 50 (1967), 3de reeks, 19de deel, 188, 201. |
239 |
Maria Bouwelers: als echtgenote van Verdonck ook vermeld door De Groote, a. art., 309. |
243 |
belefdt: lees beefdt |
| |
| |
244 |
nut: voordeel opleverend WNT, IX, 2219 (s.v. Nut) |
245 |
saen: spoedig MNW, VII, 41 (s.v. Saen)
rooc: zie Ps. 67:3; van dit beeld is ook reeds gebruik gemaakt in o.a. carro 294. |
246 |
begheefdt: in de steek laat WNT, II, 1380 (s.v. Begeven) |
249 |
my...myden: op mijn hoede zijn WNT, IX, 704 (s.v. Mijden) |
251 |
hondert...ooghen: om hun bespieden van andermans welzijn worden de afgunstigen vergeleken met Argus, de reus met honderd ogen en grimmige bewaker van Io. Maar tegelijk met deze aangroei van hun waarnemingsvermogen neemt ook hun kwaal toe, als uitgelegd in 252. |
254 |
deur deughdt / vreughdt: zie de opmerking bij titelvel 1593-1594 37
verhoogen: vermeerderen MNW, VIII, 1840 (s.v. Verhogen) |
275 |
ruia: lees ruina |
295 |
he: lees che |
333 |
trop: très Huguet, VII, 354 (s.v. Trop) |
341 |
flestrissent: se flétrissent Huguet, IV, 127 (s.v. Flestrir) |
350 |
predicts: susdits Huguet, VI, 142 (s.v. Predit) |
352 |
ores qu (+ conj.): même si (+ ind.) Huguet, V, 540 (s.v. Ores que) |
354 |
ehacun deux: lees chacun d'eux |
359 |
genereux: nobles (moralement) Huguet, IV, 292 (s.v. Genereux) |
361 |
dedans: dans Huguet, II, 738 (s.v. Dedans)
trop: zie 333 |
362 |
contrare: lees contraire |
|
|