| |
| |
| |
Orco (1593-1594)
Ontstaan
De opbouw van dit vel is sterk verwant aan die van moneglia; het merendeel van de plaatsruimte wordt gereserveerd voor enkele prominente leden van de Lombardische natie te Antwerpen. En zoals Van der Noot in moneglia de Genuese triomfzuil, opgericht ter ere van Alexander Farnese, opneemt, zo last hij thans de trofee der Lombarden en Milanezen in. De afbeelding is, alweer zoals die in moneglia, oorspronkelijk bedoeld voor een afzonderlijke publikatie, gewijd aan Farneses plechtige intrede te Antwerpen in 1585. We mogen geredelijk aannemen dat het merendeel zowel der verzen (zie farneze) als der illustraties hiervoor (zie farneze, moneglia en orco) in de PW opgenomen zijn.
Tot slot zijn nog twee inheemse vooraanstaanden gehuldigd, waarna nog plaats overblijft voor een poëtische briefwisseling en enkele excerpten.
| |
Inhoud
- | Ode in Franse (4-19) en Nederlandse (22-37) versie
Voor wat moreel laakbaar is, hebben heel wat mensen geld over, maar om de dichters bekreunen dezelfde lieden zich geen zier. Goddank zijn er nog anderen, die de poëten vorstelijk belonen, zoals Paolo d'Orco. |
- | Sonnet van Pietro Benedetti (48-61)
Uit misprijzen zijn de wijze muzen in woede ontstoken, evenals de Parnassus en de bron Hippocrene. Allen zijn zij beladen met beledigingen, inbreuken en schande, die hun deugd hier beneden overvloedig heeft gezien. Wanneer het adellijk werk van de wijze Van der Noot en de bekoorlijke stijl, die de natuur hem ingestort heeft, hen blij doen opstaan, [nu] niet minder verheugd dan voorheen in verwarring gebracht, dan doet de Parnassus de verheugde muzen waardevolle guirlandes vlechten met zijn bloemen om het voorhoofd van zulke kampioen te omkransen. De sonore bron verstrekt haar kostbare zoete likeur [opnieuw] aan het hele gezelschap en iedereen schenkt haar heel zijn achting terug. |
- | Ode aan Hieronimo Mainardi (66-119)
De wereld bespot de deugd, omdat zij zich door de uiterlijke schijn laat misleiden. Nochtans wanhopen de deugdzamen hierom niet, want zij weten dat zij hierna heerlijk zullen gekroond worden. |
- | Lofdicht van Maximiliaan van Hambroec (137-158)
Tegenover de bevoordeling van de onbekwamen stelt hij het deugdzame leven van Van der Noot. |
- | Ode (169-188)
Toelichting bij de afgebeelde trofee. |
- | Ode aan de gebroeders Van Fockenburch (231-240)
Wie enkel belangstelling heeft voor het aardse, kan niet gegrondvest staan op deugd of God. Tegenover deze dwazen prijst de dichter hen, die de deugd nastreven. |
- | Sonnet van Peter Standart (251-264)
Deugd en wetenschap zijn van geen tel in de huidige maatschappij. Onwetendheid en geveinsdheid beheersen het toneel. Indien Van der Noot hier wil geacht worden, moet hij de deugd laten varen. |
- | Antwoord van Van der Noot (266-280)
Zou Van der Noot God en de deugd afzweren voor aardse vreugde en wellust? Hij liep liever barrevoets dan Midas' goud te verkiezen! De wereldwijze lieden streven jachtig naar aardse heerlijkheid. Maar de bezielde dichters laat dit alles ongeroerd, gesterkt als zij worden door de goddelijke inspiratie. |
| |
Bronnen
281-283 |
= |
Ovidius, Ars amatoria, II, 147-149 |
284 |
= |
Matth. 5:4 |
| |
| |
| |
Verklarende aantekeningen
1 |
Paolo d'Orco (o1544 †Antwerpen 4 Kal. Aug. 1624)
Zijn familie is afkomstig uit Como. Reeds in 1574 drijft hij handel op Venetië. In 1576 moet hij aan Plantin geld voorschieten op order van Joh. B. Casnedo, handelaar te Rome. Samen met Louis Perez (langhart 84) en Martin Perez de Varron (roy 10) wordt hij door Jeronimo Cassina (roy 19) aangewezen als een der executeurs van diens testament in 1596. Hij is gehuwd met Camilla Franco.
Lit.: Brulez, 545, 547; Grafschriften, II, 185; IV, 433; Plantin, Corr., V, 177 noot 4; J.A. Goris, ‘La bibliothèque d'un marchand milanais à Anvers au XVIe siècle, Jeronimo Cassina, †1596’, in Revue belge de philologie et d'histoire III (1924), 852-853.
Lombarde, Milanoise...: zie vergano 2 |
2 |
Senoise: uit Siëna |
5 |
Aucuns: Quelques-uns Huguet, I, 399 (s.v. Aucuns) |
10 |
des ioyeaus...: vertaling van ‘Paarlen voor de zwijnen werpen’, iets goeds geven aan hen die er de waarde niet van weten te schatten; ontleend aan Matth. 7:6; WNT, XII, 449-450 (s.v. Parel) |
11 |
ords: sales Huguet, V, 532 (s.v. Ord) |
12 |
encor: à cette heure Huguet, III, 409 (s.v. Encores) |
15 |
Des coronnez: van de met laurier bekranste dichters; zie voor deze voorstelling apologie 307-308 |
16 |
les quels: slaat op 13-14 |
24 |
voorderen: bevorderen MNW, IX, 917 (s.v. Vorderen) |
26 |
dic: dikwijls WNT, III, 2618 (s.v. Dik) |
29 |
Peerlen: zie 10 |
30 |
vroome: rechtschapenen MNW, IX, 1398 (s.v. Vrome)
stout: fier, vrijmoedig WNT, XV, 2019 (s.v. Stout); nl. tegenover menselijk opzicht. |
32 |
voorderingh: ondersteuning MNW, IX, 921 (s.v. Vorderinge) |
33 |
hoedt: krans WNT, VI, 786 (s.v. Hoed); zie 15 |
46 |
Pietro Benedetti: vermoedelijk is dit dezelfde man als de bezorger der Italiaanse teksten in Otto Venius, Qvinti Horatii Flacci emblemata, Antverpiae, 1612, A3r; zie Maurits Sabbe, ‘De “Emblemata Horatiana” van Otto van Veen’, in zijn bundel Vondel en Zuid-Nederland, Antwerpen, 1939, 45 en Garmt Stuiveling, ‘Bredero en Vaenius’, in Jaarboek De Fonteine 18 (1968), 250-251.
Onzeker is, of deze persoon identiek is met - of verwant is aan - ‘Pedro Benedetti’, die geparenteerd is aan de families Moreau en Douvrin. Op 18 aug. 1598 maakt men het proces van Jehan Orsoucy, koopman uit Lucca, die een soldaat, Antonio Jordano, gehuurd heeft om ‘Pedro Benedetti, koopman Genevois’ te vermoorden. Benedetti is ten gevolge van deze aanslag inderdaad ‘doodelyk gequetst’ geweest.
Lit.: AA, I, 412; Grafschriften, I, 352. |
59 |
il sonoro fonte: de Hippocrene, gelegen op de Helicon, reeds vermeld in 49. |
61 |
suo preggio...: door het optreden van Van der Noot, d.i. door de vernieuwing die hij in de Nederlandse poëzie gebracht heeft, worden mogelijke dichters aangespoord om hun talent te ontplooien. |
62 |
Veursinighen: vooruitziende, verstandige MNW, IX, 1080 (s.v. Voresienich) |
63 |
Hieronymo Mainardi: niet aangetroffen in de geraadpleegde literatuur. |
64 |
Autwerpen: lees Antwerpen |
66 |
dick: dikwijls zie 26 |
78 |
haest: in een korte tijd WNT, V, 1480 (s.v. Haast)
sneuen: ten val komen WNT, XIV, 2325 (s.v. Sneven) |
84 |
d'eerdtsche slijck: het geld WNT, XIV, 1730 (s.v. Het aardse slijk) |
| |
| |
85 |
hoy: een beeld, ontleend aan Is. 40:6-8 en Ps. 89:5-6; zie carro 294 |
87 |
Vreughdt...in de Deughdt: zie titelvel 1593-1594 51-52 |
90 |
Daer: terwijl WNT, III, 2190 (s.v. Daar) |
91 |
vileynigh: gemeen WNT, XXI, 669 (s.v. Vileinig) |
94 |
verpacht: beschikt over MNW, VIII, 2241 (s.v. Verpachten) |
95 |
stoudt: brutaal WNT, XV, 2021 (s.v. Stout) |
96 |
hem...verslaen: neerslachtig zijn MNW, VIII, 2452 (s.v. Verslaen) |
101 |
croondt: verheerlijkt, prijst WNT, VIII, 334 (s.v. Kronen) |
102 |
verschoonen: verbloemen MNW, VIII, 2370 (s.v. Verschonen) |
115 |
der Natien: dat. |
117 |
Dees' Trophee: afgebeeld op de pagina ernaast. |
129 |
Maniardi: lees Mainardi |
130 |
combien qu': quoiqu' Huguet, II, 354 (s.v. Combien que) |
131 |
ains: mais Huguet, I, 140 (s.v. Ains) |
133 |
Seigeur: lees Seigneur |
135 |
hautesses: présomptions Huguet, IV, 460 (s.v. Hautesse) |
136 |
Maximilian van Hambroec: een familielid van Peter (daems 487)? |
139 |
noble non estranger: de familie Van der Noot is inderdaad een essentieel Brabants geslacht. |
140 |
ses: ces |
142 |
plus: les plus Huguet, VI, 42 (s.v. Plus) |
145 |
depite: maudis Huguet, III, 103 (s.v. Despiter) |
152 |
quelque: un Huguet, VI, 277 (s.v. Quelque) |
155 |
gentil: noble (moralement) Huguet, IV, 301 (s.v. Gentil) |
159 |
hoet: zie 33 |
160 |
Lanrier: lees Laurier
Van Mirtus...en...Laurier: in Alciati, 706 ontvangen de dichters een krans van klimop en laurier, wat verklaard wordt als volgt: ‘Siquidem per laurum intelligebant insitam quandam ingenij vim ac venae fecunditatem, Apollinis radiis vberem atque locupletem: per hederam verò artem & industriam peruigili labore partam’. Hier vervangt de mirte de klimop, wel in navolging van CB/Abr, (OE, [139]), waar Van der Noot een mirtekrans ontvangt uit de handen van Venus. |
162 |
onuersleten: onverwelkt MNW, VIII, 2465 (s.v. Versliten) |
165 |
Le...chapeau: La...couronne Huguet, II, 192 (s.v. Chapeau) |
166 |
se fanist: se fane Huguet, IV, 29 (s.v. Se fanir) |
174 |
La plus belle...: zie halmale 307 |
175 |
Marioleurs: filous Huguet, V, 152 (s.v. Mariol); bedoeld zijn de hervormden. |
177 |
le caut Itaquois: nl. haar echtgenoot Odysseus, vorst van Ithaca. |
179 |
muguets: galants Huguet, V, 369 (s.v. Muguet) |
188 |
l'idée: l'image Huguet, IV, 536 (s.v. Idée) |
194 |
Gio. Angelo Vergano: zie vergano 1 |
215 |
En la Langhenieu-strate: de trofee stond dus op het kruispunt van de Lange Nieuwstraat met de Markgrave- en de Pruynenstraat. |
217 |
Pruymstrate: correcter ‘Pruynenstraat’, aldus genoemd naar Christoffel Pruynen; zie Flor. Prims en Mich. Verbeeck, Antwerpsch Straatnamenboek, Antwerpen, 1938, 265. |
223-227: |
de Franse vertaling van deze verzen staat in moneglia 298-302 op de overeenkomstige plaats als hier, te weten onder de afbeelding van de zuil der Genuezen op f 2r. Deze plaatsing levert weer een bewijs van de samenhang tussen moneglia en orco: illustraties en teksten horen bij elkaar. |
225 |
Des Mausoleums...: naast twee van de zeven wereldwonderen, nl. het mausoleum van Artemisia en de colossus van Rhodus, wordt hier ook het labyrint van Kreta als een heel bijzonder bouwwerk beschouwd. |
| |
| |
227 |
Sienders: zie apologie 388 e.v. |
228 |
Pauwels van Fockenburch (†Antwerpen 1598)
In 1574 behoort hij tot de 17 grootste kooplieden, die 2.000 gulden betalen in de gedwongen lening voor de Spaanse soldaten.
Lit.: AA, XXII, 228, 311; Brulez, 222; Grafschriften, V, 183. |
229 |
Oliuier van Fockenburch (†Antwerpen 1600)
Hij wordt ingeschreven als student aan de Leuvense universiteit in 1552. Samen met Willem van Fockenburch betaalt hij 16 pond Art. op 6 maand in de lening van 1574. Beiden wonen op dat ogenblik in de 7de wijk. Tijdens het calvinistisch bewind is Olivier zeer actief. In 1578 wordt hij vermeld als kapitein in het regiment Hofmans (zie hofmans 3), een functie die hij zeker bekleedt tot 24 apr. 1581. Op 17 juli 1581 vervult hij het ambt van ‘wijkmeester’. Zijn benoeming tot ‘fortificatiemeester’ vindt plaats op 3 aug. 1582; hiervan wordt hij ontheven op 19 mrt. 1585. In jan. 1586 moet hij als ‘notoirlijk heretiek’ zijn wapens inleveren. Daarbij loopt hij nog een boete op wegens onvriendelijke commentaar aan het adres van de schout bij die gelegenheid.
Hij is gehuwd met de dochter van Balthasar Charles en Françoise Despommereaulx.
Lit.: AA, IV, 58; V, 262; VI, 85; XV, 65; XVIII, 299, 380; XXII, 267; XXIV, 452; XXVI, 316; Francis de Decker, ‘La Famille Charles d'Anvers’, in Tablettes du Brabant III (1958), 312, 331; Grafschriften, V, 183; Peter Heyns, Spieghel der werelt, Antvverpen, 1583, +3v; Floris Prims, Antwerpiensia XVI, 392; Schillings, 462. |
231 |
verpachten: zie 94 |
233 |
saen: spoedig MNW, VII, 41 (s.v. Saen) |
235-236: |
zie Matth. 16:25-26 |
238 |
in vreughdt: zie 87 |
241 |
Suiuant: Continuant Huguet, VII, 115 (s.v. Suivre)
demonstre: montre Huguet, II, 793 (s.v. Demonstrer) |
243 |
seruir a: servir Huguet, VI, 783 (s.v. Servir à); zie Matth. 6:24
cerchent: in de 16de eeuw vindt men nog dikwijls de oude vorm cercher Huguet, II, 242 (s.v. Chercher) |
244 |
debonaires: de noble nature, bons Huguet, II, 718 (s.v. Debonnaire) |
245 |
qu': qui (ond.) Huguet, VI, 269 (s.v. Que)
entendre: comprendre Huguet, III, 487 (s.v. Comprendre) |
246 |
aprez: ensuite Huguet, I, 275 (s.v. Apres) |
249 |
Peeter Standart: niet aangetroffen in de geraadpleegde literatuur. |
253 |
soo...soo: zowel...als MNW, VII, 1444 (s.v. So...so) |
254 |
som: soms WNT, XIV, 2506 (s.v. Som) |
257 |
claps: praat WNT, VII, 3420 (s.v. Klap) |
262 |
vercloeken: voornemen, onderneming; afgeleid van het MNW, VIII, 1921, dat verwijst naar Kil. voor de betekenis ‘audere’. |
264 |
hoogheydt: hoge staat WNT, VI, 1034 (s.v. Hoogheid) |
267 |
Goey Kunsten: vertaling van het antieke begrip bonae artes, kunsten die de vrije mens waardig zijn WNT, V, 318 (s.v. Goede Kunsten) |
270 |
ver-waten: rampzalig MNW, IX, 301 (s.v. Verwaten) |
271 |
onlede: beslommering WNT, X, 1715 (s.v. Onlede) |
272 |
Midas: koning Midas van Frygië had Silenus gevangen genomen, maar schenkt hem aan Dionysus terug. Als dank voor de goede behandeling staat de wijngod hem toe een wens te uiten, die onverwijld zal volbracht worden. Midas wenst dat alles wat hij aanraakt in goud verandert. Dit geschiedt inderdaad, maar ook met het eten en drinken van de koning. Aldus gefolterd door honger en dorst wordt hij door Dionysus van zijn onheilbrengende wens verlost; zie Pauly-Wissowa, XV, 1527-1530 (Eitrem). |
273 |
naeckt sonder schoen: barrevoets WNT, IX, 1352 (s.v. Naakt) |
| |
| |
|
achter straten: over of langs de straat WNT, I, 637 (s.v. Achter) |
277 |
God'lijker: zie matthias 95 e.v. |
278 |
een: lees en
secreten: zie pruenen 28 |
280 |
goedt: nl. de gaven, de zegeningen van God WNT, V, 331 (s.v. Goed)
sachtmoedigh: dit woord is de verbindingsschakel met de volgende excerpten. |
283 |
est: dit woord ontbreekt bij Ovidius. |
284 |
possedebunt: lees possidebunt |
|
|