| |
Balbi (1589-1590)
Ontstaan
In de eerste foliohelft huldigt Van der Noot de gebroeders Bartolomeo en Jeronimo Balbi, in het tweede blad Adriaan de Voocht. Ook de inhoud van de gedichten is strikt gescheiden: de verzen voor de gebroeders Balbi behandelen alle een zelfde ernstig onderwerp; daarentegen zijn de sonnetten, opgedragen aan De Voocht, uitsluitend gewijd aan de liefde. Ook de illustratie op f 2v sluit rechtstreeks aan bij de tekst van 176, zonder enig uitstaans te hebben met de gedichten voor de Genuese consuls.
| |
Inhoud
- | Sonnet voor de gebroeders Balbi (5-18)
De deugd alleen verschaft ware adel; de gebroeders Balbi echter bezitten zowel de edelheid die gebaseerd is op deugd als op afkomst; hun goede eigenschappen verplichten Van der Noot dan ook om hen te bezingen. |
| |
| |
- | Ode voor dezelfde personen (23-86)
Van der Noot zou beide Genuese heren met milde hand willen beschenken, maar dat gedoogt zijn huidig lot niet. Wel heeft Clio hem begiftigd met een schat aan verzen, waardoor hij zijn vrienden kan vereeuwigen. Bartolomeo en Jeronimo worden niet zozeer geprezen om hun rijkdom en aanzien bij het hof, als wel om hun deugden en literaire belangstelling. |
- | Sonnet voor Adriaan de Voocht (175-188)
Dag en nacht komt Erato de dichter aanzetten om Olympia's lof te verkondigen. Voor deze opdracht deinst hij echter terug, want wie zou haar kwaliteiten en verdiensten kunnen volprijzen? |
- | Sonnet voor Olympia (208-221)
Zie scholiers 126-139. |
| |
Bronnen
23-86 |
= |
Magny, A l'illvstrissime cardinal Alexandre Farnese. Ode, 1-40, 45-48, 65-88 (Olivier de Magny, Les odes [ed. Prosper Blanchemain], Lyon, 1876, 35-38) |
157-170 |
= |
Turrin, Livre des sonets amovrevx. Sonet 57 (Claude Turrin, Les oevvres poetiqves, Paris, 1572, 65v-66r) |
175 |
= |
Ronsard, Les amovrs. Sonnet LXCVIII, 1-2 (STFM, V, 133) |
207-221 |
= |
scholiers 124-139 |
| |
Varianten
Tegenover scholiers 124-139 is in 207-221 slechts één woord vervangen: 208 claer' (tegenover bruyn). Daarnaast komen natuurlijk enkele varianten in de spelling voor.
| |
Verklarende aantekeningen
1 |
Bertolomeo et Hieronimo Balbi
Van deze twee broers, afkomstig uit Genua, duikt de naam van Jeronimo slechts éénmaal op (Brulez, 548).
Bartolomeo (†Antwerpen 6 dec. 1592) ‘Balby oft Pinelly’ bezit meer profiel. Hij behoort tot de belangrijkste kooplieden te Antwerpen, want in 1579 betaalt hij 200 gulden per maand in de lening van 52.000 gulden. Ook tijdens het volgende jaar neemt hij deel in een lening.
Balbi bezit ongetwijfeld culturele belangstelling: in de Madrigali (1581) van Séverin Cornet wordt een Italiaans sonnet van Stefano Ambrosio Schiappalaria opgedragen aan Bartolomeo en zijn echtgenote Lucretia. In 1590 publiceert de Mechelse pedagoog Lambertus Schenkelius de Rhetorica van Cornelius Valerius; hij draagt deze editie op aan Bartolomeo Balbi, consul der Genuezen te Antwerpen.
Lit.: AA, XVI, 207; XVII, 401 noot; Brulez, 548; G. van Doorslaer, ‘Séverin Cornet, compositeur-maître de chapelle (†1530-1582)’, in De Gulden Passer 3 (1925), 183, 203; Grafschriften, II, 112; Gerrit Kuiper, Cornelius Valerius en Sebastianus Foxius Morzillus als bronnen van Coornhert, Harderwijk, 1941, 134 en noot 5 aldaar, 135. |
2 |
consvls: zie moneglia 2; was enkel Bartolomeo consul? Of de een na de ander? |
5 |
Noblesse: men denke aan de spreuk Sola nobilitas virtus (Juvenalis, Satyrae, VIII, 20), die in het exemplaar der PW, bestemd voor Arnoud Sasbout, staat neergeschreven. |
9 |
stronc: contaminatie van het Fr. tronc (Littré, VII, 1357) en het Ndl. stronk, als de stam van een familie WNT, XVI, 101 (s.v. Stronk) |
10 |
encor: aussi Huguet, III, 410 (s.v. Encores) |
12 |
genereux: nobles (moralement et par naissance) Huguet IV, 292 (s.v. Genereux) |
16 |
Dont: A cause de quoi, par suite de quoi Huguet, III, 251 (s.v. Dont) |
25 |
Agamennon: de opsomming der geschenken, waarmee hij Achilles' hulp wil afkopen, vindt men in de Ilias, IX, 121-156.
toe drinken: met een dronk (hier: ter verzoening) toekennen, schenken WNT, XVII, 428 (s.v. Toedrinken) |
| |
| |
26 |
Pelien: Achilles als zoon van Peleus
hoogh: fier WNT, VI, 1013 (s.v. Hoog) |
27 |
Helt: Achilles |
28 |
teghen Menetums kindt: de zoon van Menoetius is Patroclus, de boezemvriend van Achilles. Van der Noots voorstelling, als zou Achilles in woede ontstoken zijn tegen Patroclus, is zinloos, en stoelt dan ook op een misvatting van de nagevolgde Franse tekst. Magny schreef immers: ‘Lors que ce Duc Thessalien [= Achilles], ❘ De courroux enflammant son ame, ❘ Auec l'enfant Menetien, ❘ Se despitoit pour vne femme’. In het voorlaatste vers moet Auec vertaald worden als ‘samen met, in het gezelschap van’, want in de Ilias, I, 306-307 vergezelt Patroclus Achilles naar zijn tent na de uitbarsting van het conflict met Agamemnon. Van der Noot heeft gemeend dat Auec hoorde bij Se despitoit, en vandaar dan ook zijn vertaling ‘teghen’. |
29 |
t'vroulijck beeldt: Briseïs, de slavin van Achilles, die hem door Agamemnon wederrechtelijk was ontnomen. |
32 |
hem: nl. Den grooten schat (24) |
36 |
vaten: voor de kruiken op de drempel van Zeus' woning, waaruit hij de mensen goed of kwaad schenkt, zie voorwerk 1580-1581 23. |
44 |
haest: in een korte tijd WNT, V, 1480 (s.v. Haast) |
45 |
toe-draghen: schenken (als aandeel) WNT, XVII, 421 (s.v. Toedragen) |
47 |
vroomste: dapperste MNW, IX, 1398 (s.v. Vrome)
Alcides: zie farneze 97 |
48 |
Tindarides: Tyndareus was de vader van Clytaemnestra en Helena; deze laatste wordt dan ook Tyndaris genoemd. Van der Noot kan echter ook, parallel met Alcides (47), de kleinzoon van Tyndareus, Orestes, bedoeld hebben: Magny vermeldt in de overeenkomstige passage immers niet Hercules en Helena, maar wel Theseus (die veel vereenkomsten met Hercules vertoont) en Orestes. |
54 |
Heur: niet noodzakelijk een drukfout voor Hier; het kan ook dat. mv. zijn.
saen: spoedig MNW, VII, 41 (s.v. Saen) |
71 |
deur-gaen: voorbijgaan WNT, III, 2959 (s.v. Doorgaan) |
76 |
Veursichtighlijc: met doorzicht MNW, IX, 1074 (s.v. Voresichtichlike) |
90 |
Gentilhoumini: lees Gentilhuomini |
96 |
saptete: lees sapete |
105 |
presetaua: lees presentaua |
107 |
tronando: lees trouando |
111 |
spritu: lees spirtu |
129 |
quael: lees quale |
140 |
Peniche: lees Pheniche
Vlixe, Aiace, & Pheniche: uit hen bestaat inderdaad het gezantschap dat naar Achilles gezonden wordt in Ilias, IX, 168-170 |
149 |
cazones: lees canzones |
154 |
prefectos: lees perfectos |
155 |
siegniente: lees sieguiente |
157-170: |
afgezien van enkele minieme varianten in de spelling zijn er geen verdere wijzigingen tegenover de oorspronkelijke tekst van Turrin uitgevoerd. |
159 |
traison: trahison; in de uitspraak telt ai slechts voor één syllabe Huguet, VII, 299 (s.v. Traison) |
160 |
asseurée: protégée Huguet, I, 350 (s.v. Asseurer) |
161 |
chantre: poète Huguet, II, 190 (s.v. Chantre); bedoeld is Hesiodus, wiens geboorteplaats Ascra nog in hetzelfde vers wordt vermeld. |
163 |
despité: méprisé Huguet, III, 103 (s.v. Despiter) |
164 |
eneor': lees encor': à cette heure Huguet, III, 409 (s.v. Encores) |
| |
| |
|
les compaignes d'Astrée: bij het zien van deze verwerpelijke tijd zou hij het gezelschap van Astraea de aarde laten verlaten, zoals op het einde van de Gouden Eeuw. |
165 |
Sa: nl. van ce chantre (161) |
167 |
iniure: mal Huguet, IV, 638 (s.v. Injure) |
168 |
plus: le plus Huguet, VI, 42 (s.v. Plus) |
170 |
Por: lees Pour, zoals in de originele tekst van Turrin, hoewel por natuurlijk als oudere vorm van pour voorkomt; zie Littré, VI, 222 en Godefroy, VI, 279.
froidure: indifférence Huguet, IV, 220 (s.v. Froidure) |
171 |
vevrsininighen: lees vevrsinighen: vooruitziende MNW, IX, 1080 (s.v. Voresienich) |
172 |
Adriaen de Voocht
Hij is kapitein van een compagnie infanterie en huwt Isabeau Triest, dochter van Charles (†9 juni 1612) en van diens tweede vrouw Antoinette Utenhove (†27 okt. 1581); zie Herckenrode, 1918. |
176 |
Eraton: de gepaste muze blijkens 178 |
177 |
verciren: zie apologie 23 |
188 |
Vooht: lees Voocht
vroom: rechtschapen MNW, IX, 1398 (s.v. Vrome) |
190 |
bellissma: lees bellissima |
191 |
d'iDido: lees d'Iddio |
192 |
Madono: lees Madona |
193 |
sempre sempre: lees sempre |
203 |
singniete: lees siguiente |
209 |
hebbeu: lees hebben |
210 |
Hilicon: lees Helicon |
222 |
Gratior...: zie daems 275 |
f 2v onder de houtsnede: Tempora: lees Tempera |
223 |
Mnemia Virgo: een maagd, geboren uit Mneme (= Mnemosyne), dus een muze; zie Pauly-Wissowa, XV, 2257-2258. |
|
|