| |
Tassis (1589-1590)
Ontstaan
Farneses inneming van Sluis (5 aug. 1587) biedt Van der Noot de gelegenheid - hoewel een paar jaar na dato - om een zeer homogeen vel PW samen te stellen: in hoofdzaak richt hij zich tot drie invloedrijke personen in de zuidelijke Nederlanden: allereerst tot Jehan Babtista Tassis, vertrouweling van de Spaanse vorst en van diens gouverneur-generaal; vervolgens tot Cosme Masi, secretaris van Farnese, en daarna tot Florent de Berlaymont, lid van een der voornaamste Waal- | |
| |
se geslachten. Het laatste gedicht wordt in Bi (b) opgedragen aan iemand van ogenschijnlijk mindere rang, maar hier primeert vóór alles de inhoud, die door de titel trouwens aangekondigd wordt: ‘De l'honeste liberte d'vn poete’ (185). M.a.w. Van der Noot last lofverzen ter ere van het dichterschap in om de status van zijn eigen verzen te valoriseren.
De compositie van deze vier blz. heeft onze auteur weinig moeite gekost: de verzen van Magny en Tahureau, aangehaald in de bronnen, zijn praktisch letterlijk overgenomen. Ook de ode aan Masi bezit enkel de meest noodzakelijke aanpassingen tegenover de vroegere versie. Maakt men de som van dit alles, dan blijft slechts een handvol verzen over als Van der Noots eigen maaksel.
| |
Inhoud
- | Ode op de inneming van Sluis (17-88)
Hoe groot moet de wanhoop van Engeland en de geuzen zijn, nu Farnese er in geslaagd is Sluis in te nemen. God heeft deze overwinning aan koning Filips verleend door ‘Parme c'est autre Mars’ (62), die reeds zoveel steden teruggewonnen heeft. |
- | Ode voor Cosme Masi (93-128)
Lofzang op Masi's kwaliteiten naar ziel en lichaam, waaronder vooral zijn hoffelijkheid en zijn literaire belangstelling geroemd worden. |
- | Ode voor Florent de Berlaymont (136-183)
Hij is niet enkel een krijgsman, maar ook een kenner van het Latijn en zelfs schrijver van verzen in de volkstaal. Omdat Berlaymont dientengevolge uiteraard geleerden en dichters steunt, zal Van der Noot diens lof later uitvoeriger zingen. |
- | Ode, ingeleid door François d'Herp (188-299)
De dichter misprijst de jachtigheid van het bestaan, veroorzaakt door de drang naar stoffelijke welvaart. De eenvoudige landelijke genoegens zijn hem genoeg en activeren zelfs zijn geest. |
- | Grieks lofdicht van Winandus Catharinus Palaeopolitanus (301-306)
Zie goossenius 61-66. |
| |
Bronnen
13 |
= |
Ronsard, Le Narssis a François Charbonnier, Angevin, 179 |
|
(STFM, VI, 82) |
37-40 |
= |
Magny, Svr la prise de Calays. Ode, 25-28 (Olivier de Magny, Les odes [ed. Prosper Blanchemain], Lyon, 1876, 199) |
41-44 |
|
21-24 (Magny, Les odes, 199) |
|
45-48 |
|
29-32, 41-44 |
|
199-200 |
|
49-64 |
|
45-56, 113-116 |
|
200,203 |
|
65-68 |
|
133-136 |
|
203 |
|
93-98 |
= |
Ronsard, L'hymne de...Charles Cardinal de Lorraine, |
629-634 |
|
(STFM, IX, 63-64) |
99-102 |
|
639-642 |
|
64 |
105-106 |
|
649-650 |
|
65 |
107-112 |
|
687-692 |
|
67 |
113-116 |
|
705-708 |
|
117-124 |
|
741-748 |
|
69-70 |
136-151 |
= |
Tahureau, A Hierosme de la Vayrie, 1-8 (Jacques Tahureau, Les poesies, Paris, 1574, 55r) |
168-171 |
= |
Ronsard, Priere a la fortune, 53-55 |
|
(STFM, VIII, 105) |
185 |
= |
Tahureau, A lacqves de Coyttie, (titel) (Tahureau, Les poesies, 42r) |
|
169-259 |
|
1-64 |
|
42r-43v |
|
260-267 |
|
73-80 |
|
43v |
|
269-270 |
|
82-83 |
|
276-297 |
|
97-118 |
|
44r-v |
|
300-306 |
= |
goossenius 60-66 |
|
| |
| |
| |
Varianten
Tegenover de vorige versies in de PW komen de volgende varianten voor:
Tegenover liefvelt [1] Bi(b) f2r zijn de wijzigingen miniem: in 101 des en 127 sus zijn deze woorden nieuw aangebracht; in 104, 107, 116, 119 is telkens een noodzakelijke naamsverandering uitgevoerd.
Tegenover de Griekse tekst in goossenius 60-66 is geen letter veranderd.
| |
Verklarende aantekeningen
1 |
Iehan Babtista Tassis (oBrussel ca. 1530 †Madrid eind feb. - begin mrt. 1610)
Zoon van Jan Baptista (†1541) en van Kristin van Wachtendonck. Op 28 aug. 1548 wordt hij ingeschreven als student aan de Leuvense universiteit. Onder Alva beheert hij de fondsen die verbeurd verklaard zijn door de Raad van Beroerten. Tevens voert hij diplomatieke opdrachten uit voor de hertog. Wanneer de koning Alva terugroept, vertrekt Tassis, die zichzelf steeds als Spanjaard beschouwd heeft, eveneens naar Spanje. Op aandringen van Requesens keert hij terug in 1574. Ondanks het feit dat Tassis, juist ter wille van zijn rol onder Alva, zeer gehaat is in de Nederlanden, wordt hij een der bijzonderste militaire en publieke raadgevers van don Juan en Farnese. Van 1580 tot 1584 is hij minister-resident aan het Franse hof. Op 12 juni 1585 wordt hij bevorderd tot ‘veedor general’ van de Spaanse troepen in de Nederlanden. In 1590 verzoekt hij van dit ambt ontslagen te worden, maar pas op 22 mei 1591 wordt dit door Filips ingewilligd en Tassis moet de functie toch blijven vervullen tot 18 dec. Ondertussen is hij de voornaamste Spaanse onderhandelaar met de Franse katholieken geworden; op 10 sep. 1597 wordt hij definitief benoemd tot lid van de raad van state. Na de vrede van Vervins wordt hij Spaans ambassadeur in Frankrijk.
Tassis is een zeer bekwaam ambtenaar geweest, een scherpzinnig waarnemer van de politieke gebeurtenissen, een nauwgezet diplomaat en een model dienaar van het modern absolutisme. In het buitenland is hij zeer geacht geweest, maar minder in de Nederlanden wegens zijn eerste optreden hier. Hij is gehuwd geweest met Helena de l'Espinée (†1598). Lit.: BN, XXIV, 612-616 (Auguste Vincent); H. de la Fontaine Verwey, ‘Silvius en Plantijn’, in Het Boek 26 (1940-1942), 117; Max Lossen, Der Kölnische Krieg. Vorgeschichte 1565-1581, Gotha, 1882, 680, 683; NBW, II, 841-855 (H. de Schepper); Schillings, 370. |
2 |
Veedor generael: lees Veedor general: deze ambtenaar controleert de lijsten van de verschillende eenheden en neemt maatregelen opdat de regimenten hun voltallig effectief zouden behouden. Mogelijke fraude vanwege de compagniescommandanten op dit punt moet hij beletten; zie Léon van der Essen, Alexandre Farnèse, prince de Parme, gouverneur général des Pays-Bas (1545-1592), Bruxelles, 1933-1937, II, 22. |
5 |
dessus: sur Huguet, III, 120 (s.v. Dessus)
rebruiere: lees rebruire: faire résonner Huguet, VI, 377 (s.v. Rebruire) |
9 |
Capitaine: men denke aan de hoogste Spaanse militaire graad, die van capitan general; zie ook inkoomste 8. |
10 |
assez: beaucoup Huguet, 1, 352 (s.v. Assez) |
11 |
ses: nl. van Filips II |
13 |
vn-auant-ieu: une prélude Huguet, I, 426 (s.v. Avant-jeu)
Escluze: Sluis |
15 |
voctre: lees vostre |
16 |
la prinse...: Sinds juni 1587 wordt Sluis belegerd door de Spaanse troepen. De stad wordt verdedigd door kolonel Arnold Groeneveld aan het hoofd van 1.700 elitesoldaten, onder wie 550 Engelsen. Bij het bericht van dit beleg blijven de Staten noch Engeland passief: Leicester verlaat Margate op 25 juni en bereikt Vlissingen 's anderendaags met 3.000 rekruten. Daar blijft hij tot 3 aug., dag waarop de Engelsen een ontscheping wagen te Blankenberge om de vijand van Sluis weg te lokken. Tegelijk plunderen Maurits van Oranje en Hohenlohe |
| |
| |
|
22 dorpen in de Kempen. Te Blankenberge rukt Farnese zelf tegen Leicester op, zodat deze laatste het verkieslijker acht zich weer in te schepen in de nacht van 3 op 4 aug. Sluis wordt aan Farnese overgegeven op 5 aug. 1587; zie Van der Essen, a.w., V, 130-139. |
21 |
achsteure: à cette heure, maintenant Huguet, IV, 480 (s.v. Ast'heure, asteure) |
26 |
la: l'esclvse (16) |
28 |
D'Angleterre: men zie de toelichting bij 16 |
30 |
soudars: soldats Huguet, VII, 45 (s.v. Soudard) |
39 |
Leurs maretz...: men bemerke de kunde van de arrangeur Van der Noot; de woordenschat, door Magny gebruikt voor het beschrijven van de inneming van Calais door de Fransen, past zeer goed bij het door Van der Noot gememoreerde wapenfeit. |
40 |
la: zie 26 |
41 |
espace: temps Huguet, III, 658 (s.v. Espace) |
45 |
Ce que: Ce qui Huguet, VI, 270 (s.v. Ce que)
merueille: étonnant Huguet, V, 219 (s.v. Ce n'est pas merveille) |
48 |
durer: prendre patience Huguet, III, 290 (s.v. Durer) |
51 |
c'il: ‘pronom sujet’ Huguet, II, 288 (s.v. Cil)
la: l'a |
52 |
pouoir: men denke een punt na dit woord |
56 |
mieux: nl. Du Roy (53) |
60 |
A sa digne...: Digne de sa...Huguet, III, 182 (s.v. Digne à) |
61 |
Mesme: Surtout Huguet, V, 235 (s.v. Mesme) |
62 |
autre: le second Littré, I, 745 (s.v. Autre) |
63 |
Tricht: het beleg van Maastricht duurde van mrt. tot juni 1579 en de stad werd ingenomen op 29 juni; het was de eerste belangrijke overwinning van Farnese; zie Van der Essen, a.w., II, 150-183. |
66 |
dedans: dans Huguet, II, 738 (s.v. Dedans)
Tournay: na een beleg van twee maand wordt Doornik overgegeven op 29 nov. 1581; zie Van der Essen, a.w., III, 9-35 en castro 84. |
67 |
gens-d'armes: hommes de guerre Huguet, IV, 298 (s.v. Gens d'armes) |
68 |
Bruges: onderwierp zich aan Farnese op 20 mei 1584; zie Van der Essen, a.w., III, 211. Courtray: Kortrijk wordt door de baljuw overgeleverd; zie Van der Essen, a.w., V, 121. |
69 |
Ninoue: na belegering overgegeven op 12 nov. 1582; zie Van der Essen, a.w., III, 101-103. Oudenaerde: belegerd van apr. tot juli 1582 en overgegeven op 5 juli; zie Van der Essen, a.w., III, 66-80. |
70 |
Terremond': belegerd sinds de tweede helft van juli 1584; de stad capituleerde op 17 aug.; zie Van der Essen, a.w., IV, 4-6.
Gandt: de definitieve artikelen van de capitulatie van Gent zijn uitgevaardigd in het kamp te Beveren op 17 sep. 1584; zie Van der Essen, a.w., IV, 13. |
72 |
despuis: après Huguet, III, 111 (s.v. Despuis) en Huguet, III, 16 (s.v. Depuis) |
73 |
Breeda: aan de koninklijke troepen overgeleverd door de heer van Stakenbroek; zie Van der Essen, a.w., II, 301; V, 121.
Eyedhouen: lees Eyndhouen: werd belegerd door Karel van Mansfelt en overgegeven op 23 apr. 1583; zie Van der Essen, a.w., III, 121-122. |
74 |
Dist: halfweg mei 1583 komt Mansfelt voor Diest, belegert de stad, en op 27 mei geven de verdedigers zich over, tegelijk met het garnizoen van Zichem; zie Van der Essen, a.w., III, 122.
Heerentals: begin juli 1584 trekken de Staten het Schots garnizoen terug uit Herentals om fort Lillo te beschermen. Nicolo Cesis, een Italiaans officier in dienst van Farnese, knoopt onderhandelingen aan met de inwoners, en slaagt er in de poorten voor de landvoogd te doen openen; zie Van der Essen, a.w., III, 230-231. |
| |
| |
75 |
Liere: op 2 aug. 1582 ingenomen door Corvini dank zij de hulp van William Semple; zie Van der Essen, a.w., III, 91.
Sichenhouen: bedoeld zal wel zijn: Zichem; zie 74 |
76 |
Steenbergh: op 15 aug. 1583 werd Steenbergen bij verrassing ingenomen door de heer de Hautepenne; zie Van der Essen, a.w., III, 211.
Roosendals: op 17 juni 1583 bereikt Farnese Roosendaal, terwijl de vijand zich reeds teruggetrokken heeft op Steenbergen; zie Van der Essen, a.w., III, 124. |
77 |
Bruxcelles: de capitulatie van Brussel wordt ondertekend te Beveren op 10 mrt. 1585; zie Van der Essen, a.w., IV, 44. |
78 |
court: cour Huguet, II, 607 (s.v. Court) |
79 |
Anuers: op 17 aug. 1585 wordt de capitulatie van Antwerpen in Farneses hoofdkwartier te Beveren ondertekend. Tien dagen later houdt hij zijn plechtige intrede; zie Van der Essen, a.w., IV, 134, 139 en farneze Ontstaan. |
80 |
Malines: Mechelen geeft zich over op 19 juli 1585; zie Van der Essen, a.w., IV, 120. |
81 |
Dequoy: + indic. (83 chanterons) Huguet, III, 18 (s.v. Dequoy) en Huguet, VI, 301 (s.v. Quoy) |
85 |
Yo!...Pean! (86): als klassieke vreugderoep reeds aangewend in De vrijagie ende het houwelyck van Messer Luciaen dela Noce..., 241 in Het Bosken (Smit-Vermeer, 62). |
90 |
Cosme Masi
Italiaan. Hij wordt secretaris van Alexander Farnese vóór 1568 en blijft het tot diens dood. De Nederlandse adel is fel tegen hem gekant ter wille van de grote invloed die hij bij de landvoogd geniet. In 1581 treedt hij zelfs op als secretaris van de raad van state. In 1590 wordt hij door de Antwerpse magistraat plechtig ontvangen. Na de dood van Farnese is de rol van Masi natuurlijk uitgespeeld.
Lit.: AA, VI, 265; Butkens, Suppl. I, ***189; Van der Essen, a.w., V, 368; J. Lefèvre, ‘De centrale ambtenaren in de 16de-17de en 18de eeuw’, in Flandria Nostra, Antwerpen..., 1960, V, 376; Papebrochius, IV, 212; Plantin, Corr., IX, 342; Torrentius, I, 160 noot 1. |
93-128: |
voor de woordverklaring, zie deybarra 96-131 |
94 |
Qne: lees Que
nouuuelle: lees nouuelle |
114 |
Rhetoirque: lees Rhetorique |
129 |
Florent comte de Barlaymont: Florent de Berlaymont (†Namen 8 apr. 1626)
Jongere zoon van Charles en van Adrienne de Ligne. Zoals de andere leden van zijn geslacht staat hij eerst aan de zijde van de Staten-Generaal, maar na de uitvaardiging van het Eeuwig Edict door don Juan verkiest Berlaymont de zijde van deze laatste. In 1574 volgt hij zijn broer Gilles op als gouverneur van Namen en Artois. Door de dood van zijn overige oudere broers erft hij allengs al hun titels. Tijdens de regering van Albrecht en Isabella staat hij in hoog aanzien.
Lit.: BN, II, 255-257 (Général Guillaume) |
130 |
Beau raing: lees Beauraing |
132 |
Gouuerneur Souuerain, Bailly: te Namen verbond de gouverneur met zijn stadhouderschap tevens een andere juridische functie met uitgebreide bevoegdheid; zie J. Lefèvre, ‘De adel. De 16de, 17de en 18de eeuw’, in Flandria Nostra, Antwerpen..., 1959, IV, 350. |
133 |
hommes d'armes: soldats à cheval Huguet, IV, 493 (s.v. Homme d'armes); zie verder
croy 6
Coronnel: colonel (spelling die vaak voorkomt) Huguet, II, 351 (s.v. Colonel)
enseignes: compagnies de gens de pied Huguet, III, 477 (s.v. Enseigne) |
136 |
oncques: en un temps quelconque Huguet, V, 516 (s.v. Oncques) en Huguet, V, 519 (s.v. Onques) |
144 |
ores: maintenant Huguet, V, 539 (s.v. Ores) |
145 |
plus: le plus Huguet, VI, 42 (s.v. Plus) |
| |
| |
149 |
sa doctrine: son savoir, érudition Huguet, III, 238 (s.v. Doctrine) |
150 |
facondt: éloquent Huguet, IV, 3 (s.v. Facond) |
153 |
Belgique: slaat op de volkstaal tegenover het Latijn (151), maar vermoedelijk is hier het Frans bedoeld, gezien de afkomst van de betrokkene. |
156 |
Delean; zie matthias 96 |
158 |
Phytian: profetisch, als van de Pythia, de priesteres die door Apollo bezield werd te Delphi. |
159 |
naistre: immers, poeta nascitur; zie apologie 391 |
170 |
plus: zie 145 |
171 |
alarmes: combats Huguet, I, 150 (s.v. Alarme) |
172 |
ores: zie 144 |
179 |
Cignes: de dichters: zie wonsel 108 |
184 |
Francois d'herp: een tot nu toe onbekend persoon; aangezien zijn rol beperkt blijft tot het schrijven van één inleidende strofe bij een tekst van Tahureau, aarzel ik niet om hem in het gezelschap van ‘Baptista de Rotonde’ (titelvel 1593-1594 105) en ‘VValrauen van Schoonueldt’ (crabbe 166) tot de fictieve lofdichters te rekenen.
Gillis Cattanio: echtgenoot van Catherine van Hove; zie Ryckman-de Jonghe, III, 754. |
191 |
Cigne: de dichter in het algemeen; zie 179
dessus: zie 5 |
193 |
grand'erre: vite, rapidement Huguet, III, 573 (s.v. Grand erre) |
194 |
Coitiers...De Tahureau (195): in feite is het Tahureau die zijn gedicht aan Jacques de Coyttie opdraagt.
n'a guerre: récemment Huguet, V, 391 (s.v. N'a gueres) |
196-297: |
in vergelijking met de tekst van Tahureau volgens de druk van 1574 zijn de volgende varianten uitgevoerd:
1) | In twee verzen is een poging tot verbetering verricht: 196 des (tegenover de), 291 plus vineux muiz (tegenover plus vieux ennuis). |
2) | 268-275 drukt dezelfde gedachten uit als het origineel, maar in sterk gewijzigde formulering. |
3) | De drukfouten in 197, 216 en 217 komen natuurlijk niet voor bij Tahureau. |
|
195 |
sans plus: seulement Huguet, VI, 42 (s.v. Sans plus) |
197 |
Ia: Déjà Huguet, IV, 695 (s.v. Ja)
fouorit: lees fauorit: favorisé par Huguet, IV, 56 (s.v. Favori de) |
198 |
Contre poisonne: Combat Huguet, II, 507 (s.v. Contrepoisonner) |
199 |
l'Ignorance: zie liefvelt 36 |
200 |
au bal: à la danse Huguet, I, 460 (s.v. Bal) |
201 |
mignardes: gracieuses Huguet, V, 263 (s.v. Mignard)
Aöniennes: de muzen; zie titelvel 1588 127 |
202 |
Toutes de rang: Chacune à son tour Huguet, VI, 337 (s.v. Rang); bep. bij Les baisant (203) |
204 |
sus le: au-dessus du Huguet, VII, 151 (s.v. Sus) |
206 |
le chef: la tête Huguet, II, 233 (s.v. Chef) |
207 |
verdoyant salaire: omschrijving voor lauwerkrans |
210 |
plus: la plus; zie 145 |
212 |
éclercist: fait connaître Huguet, III, 612 (s.v. Elsclarcir); het gebruik van dit ww. is weinig verhelderend; vermoedelijk heeft Van der Noot een (druk)fout uit de tekst van Tahureau overgenomen: de zin wordt duidelijk indien men ‘éclercist’ vervangt door ‘escrarcist’: diminue Huguet, III, 612 (s.v. escrarcir) |
212-213 |
is wel een gedurfde ontlening, want de hier gegispte verspillingen heeft Van der Noot juist wél bedreven; zie Prims 1929, 609-613 |
214 |
pecunieux: riches Huguet, V, 698 (s.v. Pecunieux) |
216 |
courps: lees corps
vouté: courbé Huguet, VII, 518 (s.v. Vouter) |
| |
| |
217 |
corrmpre: lees corrompre: briser, fatiguer extrêmement Huguet, II, 564 (s.v. Corrompre) carriere: lieu fermé de barrières et disposé pour les courses Littré, I, 1482 (s.v. Carrière) |
218 |
fiere: pénible Huguet, IV, 98 (s.v. Fier) |
219 |
Dessus: zie 5 |
220 |
Dieu: Neptunus of Poseidon, de god van de zee |
222 |
auare: avide Huguet, I, 427 (s.v. Avare) |
223 |
Propontide: Propontis, de zeeëngte tussen de Hellespont en de Thracische Bosphorus; zie ook Richelet in Ronsard, Les Oevvres, 1623, 326. |
227 |
De l'autruy: Du bien d'autrui Huguet, I, 415 (s.v. L'autruy)
engresse: graisse Huguet, III, 451 (s.v. Engresser) en Huguet, III, 448 (s.v. Engraisser) |
228 |
malefices: crimes Huguet, V, 100 (s.v. Malefice) |
229 |
Fraudant: Violant Huguet, IV, 200 (s.v. Frauder) |
230 |
embruuage...: verse du poison dans un breuvage Huguet, III, 340 (s.v. Embreuvager)
la poison: vrouwel. Huguet, VI, 58 (s.v. Poison) |
231 |
crocheter: attraper Huguet, II, 649 (s.v. Crocheter) |
233 |
faussaire: menteuse, trompeuse Huguet, IV, 51 (s.v. Faulsaire) |
236 |
auarice: avidité Huguet, I, 428 (s.v. Avarice) |
237 |
parquet: salle d'audience d'un tribunal Huguet, V, 643 (s.v. Parquet) |
238 |
Troublant: Effacant Huguet, VII, 357 (s.v. Effacer) |
239 |
de la...Police: du...gouvernement Huguet, VI, 61 (s.v. Police) |
244 |
vne menterie: un mensonge Huguet, V, 207 (s.v. Menterie) |
246 |
Pipez: Séduits, trompés Huguet, V, 792 (s.v. Piper) |
247 |
Emmiellez: Séduits Huguet, III, 350 (s.v. Emmieller) |
249 |
Furiant: en fureur Huguet, IV, 240 (s.v. Furier) |
250 |
chetiue: malheureuse Huguet, II, 247 (s.v. Chetif) |
251 |
pourchasse: cherche à causer Huguet, VI, 114 (s.v. Pourchasser) |
253 |
Bëant...apres: Désirant vivement Huguet, I, 537 (s.v. Beer après)
pallement: avec un teint pêle Huguet, V, 594 (s.v. Pallement) en Huguet, V, 591 (s.v. Palement) |
257 |
souffreteux: pauvre Huguet, VII, 51 (s.v. Souffreteux) |
260 |
Ains: Mais Huguet, I, 140 (s.v. Ains) |
273 |
chans: champs |
275 |
Carites: de drie gezellinnen van Venus; zie voorwerk 1580-1581 125
Seurs: de muzen |
276 |
autre: zie 62 |
280 |
dispost: agile, léger Huguet, III, 216 (s.v. Dispost) en Huguet, III, 215 (s.v. Dispos) |
283 |
roulant: als afhankelijk van de constellatie der planeten; zie amodeo 15 |
285 |
Nectar: zo zoet is zijn poëzie |
286 |
va...affolant: qui frappe fréquemment, continuellement Huguet, I, 106 (s.v. Affoler) en Huguet, I, 164 (s.v. Aller) |
289 |
empampré: garni, paré de pampre Huguet, III, 356 (s.v. Empampré) |
290 |
les: ses ennuiz (287) |
294 |
entonne: fait résonner Huguet, III, 493 (s.v. Entonner) |
295 |
sus: sur Huguet, VII, 150 (s.v. Sus) |
296 |
fait: ce que l'on possède bien Huguet, IV, 20 (s.v. Fait) |
298 |
cure: soin Huguet, II, 684 (s.v. Cure) |
300 |
Winandus Catharinus Paleopolitanus: zie goossenius 60 |
|
|