| |
Fuentes (1592-1593)
Ontstaan
Dit vel is ontstaan ter gelegenheid van Fuentes' intrede te Antwerpen, hoogstwaarschijnlijk in het begin van 1593, aangezien Alexander Farnese overleden is op 3 dec. 1592. Naar aanleiding van deze plechtige ontvangst heeft Van der Noot een vel PW zeer oordeelkundig als ereplaquette aangelegd. Na Fuentes, aan wie uiteraard de voornaamste plaats ingeruimd wordt, begroet Van der Noot achtereenvolgens de succesvolle Spaanse commandant van Antwerpen, Christoforo de Mondragon en een schoonzoon van deze laatste.
| |
| |
Tot deze drie uitverkorenen richt Van der Noot zich met drie Franse gedichten, voorzien van een uitvoerige Spaanse commentaar, waarin hij ook Fuentes' voorgeschiedenis blijkt te kennen (vgl. leiua 42). Om deze verhoopte mecenen het belang der dichtkunst voor ogen te stellen wordt er uitvoerig geciteerd in het Latijn en het Frans, uit antieke en moderne literatuur, maar steeds als variaties op het bekende thema van de waarde der poëten.
Oordeelkundig is eveneens de keuze van het enige lofdicht ter ere van Jan van der Noot zelf: hiervoor doet onze dichter een beroep op een der weinige Spaanse sonnetten waarover hij beschikt. Gezien de samenstelling van het publiek mag het ons ten slotte niet verwonderen dat de Nederlandse inbreng beperkt blijft tot twee regels commentaar.
| |
Inhoud
- | Sonnet voor Fuentes (5-18)
Fuentes wordt welkom geheten in Antwerpen, de stad die nog onlangs onder de knoet lag van ‘des hommes peruers’ (7). Fuentes' deugden, die Van der Noot overal zal verkondigen, laten daartegen het beste verhopen. |
- | Sonnet van Louis Franco (95-108)
Zie titelvel 1588 92. |
- | Sonnet voor Christoforo de Mondragon (126-139)
Ondanks de ongunstige tijdsomstandigheden zal Van der Noot niet nalaten Mondragons wapenfeiten te verkondigen. Naast diens verdiensten tegenover de koning en de stad Antwerpen looft Van der Noot eveneens Guilielme de Chastelet, echtgenote van Mondragon. |
- | Gedicht voor Alfonso de Mondragon (188-209)
Clio heeft Van der Noot aangezet de lof van ook deze edelman te verkondigen om diens militaire en humanistische deugden. Zoals in het voorgaande stuk besluit onze dichter met een hoofse groet aan de echtgenote van de geëerde militair. |
| |
Bronnen
42-51 |
= |
Horatius, Carmina, IV, viii, 13-22 |
|
52-57 |
= |
Ronsard, Au Roy, 107-112 |
|
(STFM, VII, 30) |
58-89 |
|
115-147 |
|
31-32 |
90-108 |
= |
titelvel 1588 90-105 |
|
109-120 |
= |
farneze 40-51 |
|
157-159 |
= |
Ronsard, A mes Dames, 71-73 |
(STFM, VII, 78) |
162-171 |
|
76-85 |
78-79 |
172-175 |
= |
Magny, L'ombre de Salel, 131-134 |
(Olivier de Magny, Les odes [ed. Prosper Blanchemain], Lyon, 1876, 67) |
176-179 |
|
157-160 |
(ed. Blanchemain, 68) |
222-225 |
= |
Palingenius, Zodiacus vitae, II, 549-551 |
|
226-231 |
= |
claerhout 174-179 |
|
| |
Varianten
Tegenover de vroegere PW is in 101 een drukfout begaan en is in 226 en 227 de tekst gewijzigd.
| |
Verklarende aantekeningen
1 |
Don Pedro Enriquez, Conde de Fuentes (oZamora 1535 †Milaan 22 juli 1610)
Zoon van Jacob Gusman, graaf van Alva de Liste, en van Catharine de Toledo Pimental. In 1580 neemt hij deel aan de bezetting van Portugal door Alva. Later voert hij er het bevel over de Spaanse troepen tijdens het bestuur van aartshertog Albrecht. Door zijn beleid mislukt de poging van de Engels-Nederlandse vloot onder John Norris, Francis Drake en Nicolaas van Meetkerke om Don Antonio (castro 2) op de Portugese troon te plaatsen in het voorjaar van 1589. Op 3 juni 1592 stuurt Filips II hem naar de Nederlanden. Eerst onder Pieter Ernst van Mansfelt, daarna onder Ernst van Oostenrijk voert Fuentes eigenlijk de regering, on- |
| |
| |
|
danks de weerzin van de Nederlandse adel. Na de dood van Ernst (19 feb. 1595) blijft hij de landvoogdij waarnemen tot de komst van aartshertog Albrecht (11 feb. 1596). In die tussentijd voert hij een zeer succesvolle veldtocht in Frankrijk. Op 10 mei 1600 wordt hij stadhouder van Milaan.
Lit.: Aa, VI, 267-269; NNBW, III, 421-424 (Haak). |
7 |
des hommes peruers: bedoeld is het hervormde bewind tot 1585 |
9 |
Ores: Maintenant Huguet, V, 539 (s.v. Ores) |
10 |
Dont: A cause de quoi Huguet, III, 251 (s.v. Dont) |
14 |
tous amateurs de: tous ceux qui aiment Huguet, I, 182 (s.v. Amateur de) |
15 |
Filles de Memoire: muzen |
17 |
Faisaut: lees Faisant |
18 |
chanterons: de muzen en Van der Noot zelf; zie 15-16 |
25 |
instiucto: lees instructo |
29 |
veinda: lees venida |
35 |
vniuersso: lees vniuerso |
36 |
banquttes: lees banquettes |
42-51: |
de spelling van dit Horatius-citaat stemt overeen met de Plantinse editie, bezorgd door Cruquius onder de titel Q. Horativs Flaccvs, ex antiqvissimis vndecim lib. m.s. et schedis aliquot emendatus, & plurimis locis cum Commentariis antiquis expurgatus & editus, opera Iacobi Crvqvii Messenii apud Bruganos politioris litteraturae professoris publici, Antverpiae, 1578, 232. Afgezien van de komma na 43 spiritus, klopt ook de punctuatie. |
52-89: |
het citaat van Ronsard is slechts miniem gewijzigd: in 54, 56 en 76 duikt telkens een drukfout op, en in 57 is enkel het rijmwoord behouden. |
52 |
se trauaillent: se donnent de la peine Huguet, VII, 320 (s.v. Se travailler) |
54 |
fraudrez: lees fraudez; fraudez de: déçus dans Huguet, IV, 201 (s.v. Fraudé de) |
56 |
nom: lees mon
Boulongne prise: gerelativeerd door Laumonier in STFM, VII, 30 noot 4. |
58 |
solennel: excellent Huguet, VII, 19 (s.v. Solennel) |
60 |
le cuiure: l'airain Huguet, II, 677 (s.v. Cuivre) |
63 |
Ains: Mais Huguet, I, 140 (s.v. Ains) |
64 |
Acheron: zijrivier van de Cocytus en ingang van de onderwereld; hier voor deze laatste zelf. |
69 |
les deux freres Grecs: Agamemnon en Menelaus |
76 |
les: lees es |
80 |
engarder que: empêcher que Huguet, III, 440 (s.v. Engarder que)
la Parque: Atropos |
85 |
medale: spelling die vaak voorkomt Huguet, V, 188 (s.v. Medaille)
morte...vaine: beide kunstuitingen missen de stem |
86 |
caresse: démonstration de bienveillance Huguet, II, 99 (s.v. Caresse) |
87 |
ministres: nl. krachtens de poëtische inspiratie |
88 |
escriture: livre Huguet, III, 631 (s.v. Escriture) |
90 |
Lovys Franco: zie de verdere verwijzing in titelvel 1588 105 |
101 |
Hapardor: lees Harpador |
109-120: |
woordelijk getrouw overgenomen |
121 |
Dilige...: spreuk, ontleend aan het voetstuk van de raadselobelisk op de laatste blz. van Ext en CB/Abr.
virrtvs: lees virtvs |
122 |
Christophre de Mont-Dragon: Christoforo de Mondragon (o1504 †Antwerpen 3 jan. 1596)
Hij is een der meest succesvolle en edele Spaanse aanvoerders in de Nederlanden geweest. Na het ontzet van Goes (1572) wordt hij stadhouder van Zeeland in 1573. In 1576 maakt hij zich meester van Zierikzee en in 1579 helpt hij bij de inneming van Maastricht. Mondragon herovert in 1591 de vestingen rond Hulst. Op 91-jarige leeftijd, in 1595, noodzaakt hij Mau- |
| |
| |
|
rits van Oranje het beleg van Grol op te geven. Hij is gehuwd met Guilielme de Chastelet. Lit.: Aa, XII, 978-981; NNBW, II, 937-938 (Dyserinck); Sweertius, Monvmenta, 188; Torrentius, III, passim. |
128 |
lairai: onv. toek. t., ontleend aan het oud ww. laier Huguet, IV, 755 (s.v. Laisser) |
130 |
darder: zelfde beeld als in stevart 47 en hernomen in deybarra 57 |
131 |
les chantant...alarmes: een beeld dat dikwijls bij Ronsard voorkomt, zo in Elegie, 2 (STFM, X, 300).
alarmes: combats Huguet, I, 150 (s.v. Alarme) |
132 |
carmes: vers Huguet, II, 101 (s.v. Carme) |
142 |
Mao.: lees Mad. |
152 |
peublo: lees pueblo |
155 |
eterniza: lees eternizar |
157-171: |
op eigen initiatief heeft Van der Noot de volgorde in 158 gewijzigd en 160-161 veranderd. |
159 |
cure: soin Huguet, II, 684 (s.v. Cure) |
172 |
sont curieux D': prennent soin d' Huguet, II, 687 (s.v. Curieux de) |
173 |
dextres: main droite Huguet, III, 160 (s.v. Dextre) |
177 |
persounnes: lees personnes
viues: vivantes Huguet, VII, 470 (s.v. Vif) |
184 |
Vigilate virtvti: de spreuk van de geëerde; zie Henri Tausin, Supplément au dictionnaire des devises historiques et héraldiques, Paris, 1895, 548. |
185 |
Alfonce de Mont-Dragon: Alfonso de Mondragon
Blijkens Van der Noots gegevens is hij kapitein van de cavalerie (186); hij is gehuwd met Margarita, de dochter van Christoforo de Mondragon (217-218).
Lit.: F. Donnet, Genealogische nota's, 955. |
188 |
A Ce matin, Clion...: voorgesteld op balbi f 2v |
189 |
amoureuse: affectueuse, tendre Huguet, I, 200 (s.v. Amoureux) |
192 |
ores: zie 9 |
193 |
encores: aussi Huguet, III, 410 (s.v. Encores) |
197 |
sublime: haute Huguet, VII, 97 (s.v. Sublime) |
198 |
comme: ‘Après un mot exprimant une comparaison’ Huguet, II, 362 (s.v. Comme) |
199 |
Il va...aydant: hij helpt voortdurend Huguet, I, 164 (s.v. Aller)
genereux: nobles (moralement) Huguet, IV, 292 (s.v. Genereux) |
200 |
Pindarisant: imitant Pindare Huguet, V, 788 (s.v. Pindariser)
Brabançonne: Brabants voor Nederlands; vgl. apologie 16 |
201 |
Melodiez: Chantez Huguet, V, 198 (s.v. Meloder) |
205 |
perle & fleur d'eslite: zinspeling op de voornaam ‘Margarite’, die volgens zijn Griekse oorsprong ‘parel’ betekent, maar daarnaast eveneens verwijst naar de bloem madelief; zie voor dit laatste WNT, IX, 237 (s.v. Margriet) en voor de eerste zinspeling Huguet, V, 148 (s.v. Marguerite) |
208 |
vostre Seigneurie: beleefdheidsformule Huguet, VI, 744 (s.v. Vostre seigneurie) |
221 |
el P.: el Poëta; bedoeld is Palingenius; zie voor hem DBE, 189-190 |
222 |
O mors!...: Palingenius, Zodiacus vitae, II, 543-544; in het origineel staat als eerste subst. mores. |
223-225: |
prof. Zaalberg heeft reeds in DBE, 190 deze passage geciteerd als een voorbeeld van zedenhekeling waarop in de Apodixe gezinspeeld wordt.
Dit zelfde fragment maakt deel uit van een citaat dat opgenomen is in Van der Noots rekwest aan het Antwerpse stadsbestuur in 1586 (Prims 1937, 978). Evenals in het huidig geval wordt Palingenius aldaar enkel aangeduid als ‘den Poët’. Daarentegen treft men zijn naam voluit aan in de Apod, §65 (OE, [26]); wanneer deze man hier enkel anoniem optreedt, dan zijn er voor dit achterwege laten twee mogelijke oplossingen: ofwel heeft Van der Noot in zijn ver- |
| |
| |
|
zameling excerpten enkel dit fragment zonder naam van de dichter bewaard; ofwel - en dit lijkt mij waarschijnlijker - is elke verwijzing naar de auteur veiligheidshalve weggelaten met het oog op de kerkelijke approbatie: de Zodiacus vitae is opgenomen in de Leuvense index van 1558 en eveneens in latere lijsten van verboden boeken; zie Fr. Heinrich Reusch, Die indices librorum prohibitorum des sechzehnten Jahrhunderts, Tübingen, 1886, 61, 272, 503. |
226 |
Detractez sont les meilleurs: On médit des meilleurs Huguet, III, 141 (s.v. Detracter) |
227 |
aucuns: quelques-uns Huguet, I, 399 (s.v. Aucuns) |
229 |
beuueurs: buveurs Huguet, I, 567 (s.v. Beuveur)
pipeurs: séducteurs, trompeurs Huguet, V, 793 (s.v. Pipeur) |
|
|