Peeter Cvstodis, alias Baltens Tot den avthevr.Ga naar eindnoot+
OCh had ick nu Cicerons oft Virgiliums scientie,
Soo mocht ick mede uytspreken hoe dat hier is in d'Lant
Tot Lof en prijs, van ons Edel Brabant:
In Schrifture, ende oock in Amoreuse seden,
Soo zijn fame oock tuyght, voor elcken playsant,
In desen boeck, op den dagh van heden:
De ciraten van Brabancia, met allen haer leden
10[regelnummer]
En haer deughden vermaent hy, minnelijck en statelijck.Ga naar eindnoot+
Is hy, weert ghepresen, voor elcken persoone
15[regelnummer]
Als Petrarcha weert der Lauriren Croone
MYn cleyn Schryuen is hier luttel aenghename
20[regelnummer]
Maer d'affectie my dit te schryuen gheboot,
Doen ick ghesmaeckt hadde dees liefelijcke fruyten,
Der Compositien op Brabant, mijn hert ontsloot,
VVant wt hem alle springhende aderen spruyten
25[regelnummer]
Alomme vloedende als water-beken.
Van v gaue, en konste, voor alle de menschen:
30[regelnummer]
V behoort meer lofs toe, dan ick v can wenschen.
door tsoeken men vindt.
|
-
eindnoot+
-
Opschrift. peeter cvstodis, alias baltens: schilder, graveur en rederijker, behorende tot het Antwerpse geslacht van beeldende kunstenaars De Coster. In 1540 lid, in 1569 deken van het Sint-Lukasgilde te Antwerpen. Van der Noot schreef wederkerig een lofdicht voor zijn Genealogiae et origines saltuariorum (d.w.z. ‘forestiers’, zie de noot op LvB, v. 98) et comitum Flandriae, addita brevi vitae cujusque enarratione Cornelius Martinus, Zelandus.... Antverpiae 1584 (het privilege is van 1578, de opdracht aan Matthias van Oostenrijk van 1580. Er is ook een Franse uitgave, Antw. 1580.) Balten(s) of Balthazar is volgens dat lofdicht ‘Un des meilleurs esprits de nostre heureux Brabant’, ‘Non seulement gentil en l'art de la peinture, Mais bon rhétoricien et prompt en l'escriture’.
-
eindnoot+
-
inuentie: vinding, dichterlijke geestesgaven? Of bedoelt de rederijker eenvoudig: een schone verschijning?
-
eindnoot+
-
vry gheeft sy onghebeden [Het is mogelijk dat ‘vry’ hoort bij ‘onghebeden’. Voor meer voorbeelden, als ‘vry onverveert’, ‘vry onverdroten’, zie DBE blz. 15 en 28 noot 2.]
-
eindnoot+
-
in dichten matelijck [Kan tegelijk horen bij het voorafgaande: in metrisch dicht, en bij het volgende: als metrisch dichter.]
-
eindnoot+
-
sonder Noot: niet nodig (verg. vs. 17). De hoofdletter duidt op een zinspeling.
-
eindnoot+
-
Pegasis Fonteyn: de hengstebron (d.w.z. het dichterschap; echte rederijkersterm); binnen en buyten: overal, aan alle kanten.
-
eindnoot+
-
ouer-lang: veel eerder, sinds lang. Zinspreuk. door tsoeken men vindt [Verg. Matth. 7: 7b en 8b.]
|