Het bosken en Het theatre
(1979)–Jan van der Noot– Auteursrechtelijk beschermdop de Visioenen van mijn Heere Vander Noot.
Ode.
Ghy die droncken syt van den wijne
Of oock van den boosen venijne
Deser weerlycker ouerdaet,
Ga naar voetnoot3
Houerdye ende pomperye,
Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
VVellusten oft oock boeuerye,
Hoort hier v lesse en die verstaet.
Merct wat het is voor een sottinne
Voor een stuck hoers vwe werdinne
Ga naar voetnoot8
De werelt, die ghy soo seer begheert:
10[regelnummer]
En op v wel lacht weynich tijden
Ga naar voetnoot10
Maer welcke, naer een cort verblijden,
Ga naar voetnoot11
Ghewoonlyck scheedt met eenen steert.
Ga naar voetnoot12
Comt hier ter scholen met verlanghen,
Alle die Babel noch aenhanghen,
Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
En volghen na den helschen draeck
Ga naar voetnoot15
Om de brocken die daer af commen,
Ga naar voetnoot16
VVelcke nochtans (ten baet gheen rommen)
Ga naar voetnoot17
Hebben bitteren achtersmaeck.
Ga naar voetnoot18
| |
[pagina 189]
| |
Ghy sult hier reyn hooren verclaren
Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Hoe alle de boosdoenders varen
Die, al hebben sy wat heuren loop,
Ga naar voetnoot21
Ten lesten selfs worden gheuanghen
Ga naar voetnoot22
Int net dat sy voor ander hanghen,
En houden soo den quaetsten coop.
Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Ga naar margenoot*Hier hoort
ghy hoe dat Gods ghemeente
Al lijdt sy hier druck en vercleente,
Ga naar voetnoot26
Dies niet te min in deucht beclyft:
Ga naar voetnoot27
Ende dat God syn ondersaten
Hier nymmermeer en sal verlaten,
Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Maer tot den eynde by heur blijft.
Alle menschen hier leeren meughen
Ga naar voetnoot31
In groote droefheyt, haer verheughen,
Ga naar voetnoot32
En weelde hebben in swaer verdriet:
Ga naar voetnoot33
Hier leertmen rijck syn in armoede,
35[regelnummer]
Hoemen het quaet verkeert int goede,
Ga naar voetnoot35
En alle saken vint int niet.
Ga naar voetnoot36
Hier suldy leeren v aftrecken
Ga naar voetnoot37
Van de werelt en alle vlecken,
God aenhanghen, ende syn gherust
40[regelnummer]
In den wille, en in d'werck des Heeren:
Ghy sult hier oock verstaen en leeren
VVat der sielen inwendich lust.
Ga naar voetnoot42
Cortlyck, dit is (segghe ick ten fine)
Ga naar voetnoot43
Den hof daermen vindt Medicine
45[regelnummer]
Tot alle siecten van den gheest,
Daer oock by is achter en voren
Ga naar voetnoot46
Ghenoechte der ooghen en ooren
Ga naar voetnoot47
Voer de verstandighe aldermeest.
Ga naar voetnoot48
Dees weldaden die elck moet prijsen,
50[regelnummer]
(Dewyle sy de siele spijsen)
Gheeft ons den hemel deur v handt
Vander Noot, d' eerste onser Poëten,
Ga naar margenoot*
Die te rechte van dichten weten
Ga naar voetnoot53
Begaeft met een God'lyck verstant:
55[regelnummer]
V penne, daer wij wt sien bloyen
Ga naar voetnoot55
Alsulcke spruyten alsser vloyen
Ga naar voetnoot56
Aen den voet van tvlighende peerdt
Ga naar voetnoot57
Drijft haer vierighe schoon ader
Ga naar voetnoot58
Tot den hemel toe teenegader.
Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
Dies elck te recht den smaeck begheerdt.
Ga naar voetnoot60
En die hem deur de leckernie
Der vremder schoonder Poësie
Ga naar voetnoot62
Ons vlaemsch oud dichten heeft versmaedt
Ga naar voetnoot61-63
Sal in dese v Musa (ghepresen
Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
By al' die ghelooft moghen wesen)
Ga naar voetnoot65
Scheppen ghenoechte en syn versaedt.
Ga naar voetnoot66
| |
[pagina 190]
| |
VVant ghy betoont hier dat ons tale
Ga naar voetnoot67
Niet toe en gheeft den Duytsch oft VVale
Ga naar voetnoot68
Grieck, Romain oft Italiaen:
70[regelnummer]
Maer so rijck is met haer selfs struycken
Ga naar voetnoot70
Dat heur niet en rest dan tghebruycken
Ga naar voetnoot71
Soot by v woord eerlyck ghedaen.
Ga naar voetnoot72
En schaemt v niet ghy Edel mannen,
Ga naar voetnoot73
In de plaetse van schalen en kannen
Ga naar voetnoot74
75[regelnummer]
Daer veel quaets af compt en gheen goet,
Iet bequaems wt den Gheest te dichten
Ga naar voetnoot76
Daer ghy de menschen deur mocht stichten
Ga naar voetnoot77
So Vander Noot hier vore doet.
Vreest wt liefden de Heere.
|
|