Nu zou moeder er niet boos om zijn. Vader zat al aan de ontbijttafel en toen moeder in haar mooien stoel zat, riep hij: ‘Jongens, jelui kunt komen!’
Maar er kwamen geen jongens, ten minste men zag ze niet, wel een mooien, lekkeren wintermantel die heel langzaam de kamer binnen wandelde en bedenkelijke bulten vertoonde en een ingehouden lachen liet hooren.
‘Neen, maar, wat een rare mantel is dat nou! Dat is nog eens een verrassing! Zoo'n vreemden mantel heb ik nog nooit gezien. Hè, wat komt die dicht naar me toe. Wacht, ik zal eens even voelen, wat dat voor dikke bobbeltjes zijn!’
Toen konden de kinderen zich onmogelijk langer goed houden. Ze vlogen onder den mantel vandaan en in een wip waren ze op moeders schoot en feliciteerden en zoenden haar dat ze vuurroode wangen kreeg!
Toen ging Piet zijn stukje spelen, broer kwam met zijn teekening voor den dag en de mantel was het verjaarsgeschenk van vader met