Na de schafttijd ging hij met de baas in de woningen der arbeiders en beambten waterleidingen en dakgoten repareren en andere kleine karweitjes opknappen.
Op straat moest hij de ijzeren bak met gereedschap en materialen op zijn schouders dragen. Dat was niet prettig, maar: ‘Rothschild is ook klein begonnen’, zei moeder.
Het viel haar op, dat haar jongen steeds blij en opgewekt thuis kwam, dat gaf haar een gelukkig gevoel. Haar gedachten gingen terug naar de tijd, toen zij en haar man plannen maakten over Flips toekomst. Hij kon immers goed leren. Hoe heel anders was het gelopen....
Toch was ze dankbaar, als ze dan zag, dat Flip na zijn werk nog wat met de kleineren ging spelen of de twaalfjarige Frits hielp met de figuurzaag.
Op een avond echter kwam hij stil thuis. Zijn groet, anders vrolijk en luid, was kort.
De dagelijkse beslommeringen en moeilijkheden op het werk, die hij soms zeer gewichtig vertelde, schenen vandaag onbelangrijk te zijn.
Toen de anderen naar bed waren, ging moeder naast hem zitten.
‘Zeg het moeder maar’ drong zij vriendelijk aan.
Na enig aarzelen kwam het eruit.
‘Mijn baas laat mij stelen en ik heb het vandaag pas gemerkt. Hij schrijft bonnen voor benzine, stoffers, blikken, poetslappen en allerlei dingen, die ik dan uit het magazijn moet halen. Hij stuurt me geregeld met gesloten pakjes naar zijn woning. Nooit heb ik er over gedacht, waarom hij dat doet, maar vandaag heb ik toevallig door de openstaande deur gezien, dat het pakje de voorwerpen bevatte, die ik uit het magazijn heb moeten halen, behalve de benzine. Gisteren is de baas dronken geweest en toen heb ik gezien hoe hij vijf en dertig liter benzine aan een particuliere loodgieter verkocht. Ik durf hem niet te zeggen, dat ik de bonnen niet meer naar het magazijn wil brengen en verraden kan ik hem toch ook niet.’.
‘Jij bent mijn brave jongen’ zei moeder ook deze keer.
Die avond had moeder nog even een boodschap, wel