Ernst en boert
(1847)–Joannes Nolet de Brauwere van Steeland– Auteursrechtvrij
[pagina 88]
| |
[pagina 89]
| |
Vrij achte zich het Zuide een Eden,
Een reukwerkvat;
Vrij tooije het zijn blanke kleeden
Met bloemenschat,
Of roeme zich in 't grijs voorleden
De bakermat,
De kiem, waeruit een rijker heden
Te voorschijn trad:
De zon troont in de hemelzalen
Op beiden vrij;
En, wareldburger, kent geen palen
Van heerschappij;
Maer kleurt zoo goed de Westerdalen
Als de Oosterzij,
En dauwt op Noord en Zuid heur stralen
In harmonij.
Zoo ook 't genie, in Zuid of Noorden,
Schiet spranken uit.
Daer, waer verlichting beide boorden
In de armen sluit,
| |
[pagina 90]
| |
Ook daer stemt hij de rijkste akkoorden
Op de elpen luit,
Als wareldburger beider oorden,
't Zij Noord of Zuid.
Stockholm, 1842. |
|