Ernst en boert(1847)–Joannes Nolet de Brauwere van Steeland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] Op het albumblad eener schoone. Niet in den zwerm van vrouwlijke ijdelheden, Niet in den zwier van uiterlijke pracht, Door hersenschimmige eer en pronkziek te uitgedacht, Zoudt ge ooit het effen pad van waer geluk betreden. De stille eenvoudigheid van huiselijke zeden Is verre 't schoonste deel van uw bemind geslacht. [pagina 87] [p. 87] Mogt ooit de liefde u boeijen smeden, Zoo blijve, als nu, uw wandel rein en zacht, En 't heilgenot, den Hemel afgebeden, Worde u, als loon, van Hooger aengebragt. Dan, in uw vrouwenpligt en moederzorg tevreden, Zij de echtkring u een zalig Eden, Waer ongestoorde vreugde in 't kalm gemoed u wacht; En wie aen ijdlen prael heur zwoegen mogt besteden, Wie om 't eenvoudig schoon van vrouwlijke onschuld lacht, Toon gij haer 't spelend kroost dat huppelt op uw schreden, Meer waerd voor 't hart, dan 't schitterendst bekleeden, Van modesmuk en hoofsche dragt. 1846. Vorige Volgende