Dichtluimen
(1842)–Joannes Nolet de Brauwere van Steeland– AuteursrechtvrijJan Nolet de Brauwere van Steeland, Dichtluimen. Vanlinthout en Vandenzande, Rotterdam 1842
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Gent, signatuur: BL 2034/24, scans van google
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Dichtluimen van Jan Nolet de Brauwere van Steeland uit 1842.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (II, IV, V, VIII, 146, 149) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
DICHTLUIMEN
DOOR
DR. J. NOLET DE BRAUWERE VAN STEELAND,
lid der leuvensche afdeel. der kon. maetsch. ter bevordering van nederd. tael- en letterk. te brussel; der maetsch. van naijver voor de geschied. en oudh. van west-vlaenderen, te brugge; corresp. der maetsch. van vlaemsche letteroef. te gent; der kon. maetsch. van fraeije kunst. en wetensch. en der rederijkk. OLIJFTAK, te antwerpen.
TE LEUVEN,
BIJ VANLINTHOUT EN VANDENZANDE.
TE ROTTERDAM,
BIJ W. MESSCHERT.
1842.
[pagina III]
DICHTLUIMEN.
[pagina VII]
DICHTLUIMEN
door
DR. J. NOLET DE BRAUWERE VAN STEELAND,
lid der leuvensche afdeel. der kon. maetsch. ter bevordering van nederd. tael- en letterk. te brussel; der maetsch. van naijver voor de geschied. en oudh. van west-vlaenderen, te brugge; corresp. der maetsch. van vlaemsche letteroef. te gent; der kon. maetsch. van fraeije kunst. en wetensch. en der rederijkk. OLIJFTAK, te antwerpen.
TE LEUVEN,
bij vanlinthout en vandenzande.
TE ROTTERDAM,
bij w. messchert.
1842.
[pagina 147]
INHOUD.
Bladz. | |||||
---|---|---|---|---|---|
Het Estaminet. | 1 | ||||
Het Bed. | 11 | ||||
Opschrift voor de Rotterdamsche Domkerk. | 19 | ||||
Het Veen bij Zout-Leeuw. | 20 | ||||
Onze Eeuw. | 25 | ||||
Aen mijnen vriend M. | 26 | ||||
Aen denzelfden. | 30 | ||||
Honden buiten! | ib. | ||||
Het Glazen-Oog. | 31 | ||||
Doggersbank. | 38 | ||||
De Godentwist. | 41 | ||||
Grijze haren. | 50 | ||||
Sint Pieter. | 51 | ||||
Begeestering
Deze twee spreekwoorden mogten door sommigen in eenen verkeerden zin opgenomen worden. Zie hier hunne echte beteekenis: het eerste is zoo veel gezegd als: zich tegen een aengenomen en door den tijd geheiligd gebruik verzetten. Het tweede slaet geenszins op het Heilig Mis-offer (zoo als ik iemand eens hoorde zeggen), maer het woord mis is hier zoo veel als kermis. Men zegt immers nog frankfurter mis? Wij kennen 't fijne van de mis, is het synoniem van een ander spreekwoord: twee joden weten wat een bril kost. |
53 |
[pagina 148]
De sprekende Ezel. | 68 |
De Snuif. | 69 |
Geleerdheid. | 78 |
Esopus. | 79 |
Dronkenmanswensch. | 85 |
De Pijp. | 86 |
Oudenaerde. | 94 |
B. | 100 |
Esopus en de Wandelaer. | 101 |
Hollandsch overlijdensberigt. | 102 |
De vijf Zintuigen. | 103 |
Wind. | 108 |
Aen vriend H. | 112 |
Bekendmaking. | 113 |
Fabel. | 115 |
Het evangelie van den dag. | 116 |
B. | 119 |
1834. | 120 |
Albumblaedje. | 124 |
Op een vriendenrol. | 127 |
Aen een Leugenaer. | 128 |
De vijf Winden. | 129 |
Op een groen beursje. | 136 |
De Liliputters. | 138 |
Aen een Vitter. | 139 |
Blind en Dwaes. | 141 |