De akkoorden van het gemoed
(1986)–Peter J.A. Nissen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 212]
| |
Burgemeester Louis F.H. Beerenbroek (1805-1885), de B uit het anonieme ABC. Gekleurde krijttekening, circa 1875.
Mr. Louis F.H. baron Michiels van Kessenich, de M uit het anonieme ABC.
Burgemeester. Mr. Dr. Louis J.E.H. Geradts (1843-1893), de G uit het anonieme ABC.
Dr. Karel H.G.H. Leurs (1828-1900), de K uit het anonieme ABC.
| |
[pagina 213]
| |
Anonymus
| |
[pagina 214]
| |
E. dat is Eugène van de ZwamakerstraatGa naar eind7.,
Als schutter en burger steeds flink en cordaat.
Op Concert en Bals maakt hij gaarne zijn hof,
En alle mama'tjes bazuinen zijn lof;
Hij fladdert en vliegt om de dames, en lacht,
Want trouwen is 't laatst waar Eugène nog aan dacht.Ga naar eind8.
F. dat is Fouquet, ‘de dobbele’ weleerGa naar eind9.,
Zoo heette hij vroeger, die tijd komt niet meer.
Hij strijdt altijd dapper, met open vizier,
Voor zijn kleur komt hij uit en geneert zich geen zier.
Op de Unie, daar leeft hij tot vreugde en lust
Van de vrienden; maar stoort van den Hospes de rust.
G. dat is vriend Geradts, de God van 't gehoorGa naar eind10.,
Harmonie, Symphonie en het zangerenkoor,
Solist, Pianist, Quartettist, Directeur
Jubelen bij het hooren van zijn ‘à la bonheur’.
Geen Koning in 't land heeft ook meer sympathie
Dan die President van Roermonds Harmonie.Ga naar eind11.
H. dat is Herten, en Louis is zijn naamGa naar eind12.,
Die staat maar hoogst zelden of nooit voor 't raam.
't Is zeker, het tocht daar, en koud werd zijn neus.
Doch g'loof maar wat ik vertel, dat is serieus,
De kou is de schuld dat hij op Sociëteit
Ontbreekt in den kring van gezelligheid.
I. ben ik zelf, ik reis de wereld maar door.
Ik let op, en zie en ik luister en hoor,
Geef raad ongevraagd, en praat steeds en sla door.
Ik hekel en dicht, maar stem nooit in 't koor,
Omdat ik geschreeuw als het tegengift acht
Van wat overleg ooit teweeg heeft gebracht.Ga naar eind13.
J. Jantje drijft handel in zeep en in zoutGa naar eind14.,
Hij smukte zijn huis en was gaarne getrouwd.
Hij wikte en peinsde en wist niet waarheen.
Hij maakte zijn hof vaak, maar vroeg er geen een.
Nu staat Jantje nog daar met zeep en met zout,
Denkt steeds bij zichzelve: was ik maar getrouwd.
| |
[pagina 215]
| |
K. Kareltje LeursGa naar eind15. mag een ieder beschouwen
Als wel het factotem der Roermondsche vrouwen;
Humaan en verdienstelijk besteedt hij zijn tijd
Aan 't heelen der plagen den menschen bereid.
Hij staat hoog in aanzien bij jong en bij oud,
Geniet graag wat goed is, 't zij warm, 't zij koud.
L. dat is LelyGa naar eind16., een mopperende vent.
Die was in zijn leven nog nergens content.
Als geus speelt hij hier ook een dwaze viool,
En zendt hij zijn meisjes bij nonnen op school.
Steeds wil hij vertrekken uit dit garnizoen
Om elders, ook mopperend, zijn dienst weer te doen.
M. dat is MichielsGa naar eind17., ja zoo glad als een aal.
Steeds haantje de voorste, volbloed liberaal;
Schutterijcommandant, en onvermoeid candidaat
Voor lid van de Kamer en ook van den Raad.
Hij denkt er te komen par force of per list,
Maar niemand die zich in zijn toeleg vergist.
N. NijstGa naar eind18. was griffier maar thans is hij vacantGa naar eind19.,
Hij beurde nog graag weer wat geld van 't land.
Geen post die voor hem is te groot of te klein.
Wie is er die ooit in zijn schaduw kon zijn?
Hij kent ook de wet op zijn prik en zijn duim
En toch boette hij een belastingverzuim.Ga naar eind20.
O. is Oscar Claus, comediant van talentGa naar eind21.,
Als liefhebber steeds op de planken patent.
Soms speelt hij in 't leven dat niemand meer ziet
Of het wel comedie is ofte niet.
Is ook al de wereld een groot schouwtooneel,
Ernst heeft men toch noodig bij het spel van zijn deel.
P. dat is Piet Truijen, liberaal der stad Weert.Ga naar eind22.
Haast heeft hij het zingen in Roermond verleerd.
Hij schiet in den zomer met pijl en met boog
En knipt in het voorbijgaan de meisjes een oog.
Hij lust alle dranken en spreekt niet gemaakt,
Maar eer zou hij sterven, dan aan 't praten verzaakt.
| |
[pagina 216]
| |
Q. is een letter van het alphabet
Waarop nog nooit iemand een vers heeft gezet.
Ik denk dat alleen maar voor de vrouwenstaart
Het groote Parijs slechts de Q heeft bewaard.Ga naar eind23.
Maar toch is die letter voor ons Hollandsch oor
In plaats van welluidend van zeer slecht gehoor.
R. is Roermond, dat ik thans snood verzaak,
Ofschoon ik vol vuur voor mijn moederstaal blaak.
Maar schreef ik hier thans eens de taal van Roermond,
Er kon iemand zijn die me niet best verstond.
Ik wilde daarom als een man van fatsoen
Maar liever mijn best in het Nederlandsch doen.
S. dat is Schmasen, een specialiteitGa naar eind24.,
In geld, en munten van den ouden tijd.
Hij zit in zijn wagen met edelen zwier
En rijdt ook te paard als een jong officier.
Hij kleedt twee lakeien in nette livrei
En gaat zeker niemand met groeten voorbij.
De officieren van de dienstdoende schutterij te Roermond in 1891. Zittend in het midden Mr. Louis baron Michiels van Kessenich, die in het anonieme ABC ook ‘schutterijcommandant’ heet. Staande rechts achter hem Dr. J.H.A. Haffmans (zie de letter U) en zittend rechts van hem Oscar Claus (zie de letter O). Verder van links naar rechts: Rob. Regout, Jos. Weber, Corbey, Vic. van Erp, Eug. Bloemen, O. Strens, H. Bertrams, A. Scheurs, Joh. van Andel en Louis Cornelis.
| |
[pagina 217]
| |
T. dat is ThissenGa naar eind25., een groote meneer,
Maar bang als een wezel is hij voor het weer.
Voor donder en bliksem is hij zeer beducht
En neemt als het onweert ter kelder de vlucht.
Aan zijn verhalen dat Thissen maar denkt
Dat niemand ter wereld geloof er aan schenkt.
U. is Urbanus de Pilfabrikant.Ga naar eind26.
Hij maakte ze probaat, ook in de krant.
En menig Roermondenaar met HanloGa naar eind27. incluis
Zond ik tot de sleutel van die pillen in huis.
Want haat'lijke brieven, hoe goed ook gesteld,
Zij worden bij HaffmansGa naar eind28. noch LeursGa naar eind29. meer besteld.
V. is Van GelsdorpGa naar eind30., officier van de Veld,
Hij was in zijn leven in het rijden geen held.
Wel gaf hij aan burgers in het schoonrijden les,
Maar viel in Maastricht op den grond met zijn bles.
Zijn beenen zijn broos, want hij brak er een stuk.
't Genas zeker goed, want hij loopt zonder kruk.
W. is WalravenGa naar eind31., bedacht op zijn beurs.
Daarom doet hij afbreuk aan Haffmans en Leurs.
En willen die heeren alleen wat verdienen,
Dan moeten zij 's avonds naar StapperGa naar eind32. gaan kienen.
Want ben je ook al ziek in je maag of je beenen,
Je gaat heel ver weg om een Doctor te leenen.
X. is Xantippe, alhier onbekend.
Wie mij dat niet toegeeft is hier niet bekend.
Van lastig humeur is geen vrouw hier genezen.
Ik ken er slechts één, die zei, het zal wel wezen,
Dat haar zieke man om haar soms te mishagen
Haar zei, haar humeur niet te kunnen verdragen.
Y. is van IJsseltGa naar eind33., die kwam hier pas aanGa naar eind34.,
En liet oude lui onbekend voor hem staan.
Toen kreeg hij een les van een oude van dagen
Die bij hem om kennis te maken kwam vragen.
Als Sasse bij ons het graag aangenaam heeft,
Wel drommels, dat hij zoo het hoort er naar leeft.
| |
[pagina 218]
| |
Mr. Dr. Charles C.M.H. baron de Bieberstein Rogalla Zawadski (1854-1929), de Z uit het anonieme ABC.
Z. is ZawadskiGa naar eind35., Advocaat-Procureur.
Dat is geen geheim; het staat op zijn deur.
Ambitieus van karakter en werkzaam (????) van aard,
Zag hij aan zijn titel graag baantjes gepaard.
In 't nabootsen sterk zegt van pas soms de Bieb:
‘Parlez moi d' ça, la bas! nom d'une pipe!’
Dit anonieme gedicht is bewaard in een getypt afschrift, op 14 september 1942 gemaakt naar een handgeschreven exemplaar. Het is blijkbaar vervaardigd ten behoeve van een Sinterklaasavond van een der Roermondse sociëteiten. Afgaande op de genoemde personen en de daarbij vermelde bijzonderheden, menen we het gedicht rond 1886 te mogen dateren. Uit het feit dat Mr. Eugène Geradts (letter E) nog als ongehuwd wordt voorgesteld, mogen we afleiden dat het gedicht vóór 1888 ontstaan is, want in dat jaar trad hij in het huwelijk met Marie Louise Sophie Amelie Raphaël Storms. En in oktober 1887 was de legerarts J.H.P. Walraven al uit Roermond vertrokken, terwijl hij in dit gedicht (zie letter W) nog voorkomt. Ook is al sprake van het huwelijk van Charles van Aef- | |
[pagina 219]
| |
ferden met Marie Leurs, dat op 19 januari 1885 voltrokken werd, en van de vestiging van Jhr. Mr. A.F.O. van Sasse van IJsselt, die in februari 1886 in Roermond kwam wonen. Waarschijnlijk is het gedicht dan ook voor een Sinterklaasviering in 1886 vervaardigd. Literaire kwaliteiten heeft het Sinterklaasrijm niet, als document van locale ‘histoire humaine’ is het echter des te waardevoller. Het geeft ons een interessante inkijk in de bovenlaag van de Roermondse bevolking, bestaande uit adel, renteniers, juristen, industriëlen, officieren van het garnizoen, artsen, politici en andere notabelen. Het getypte afschrift is bewaard in de Documentatieverzameling van de Gemeentelijke Archiefdienst Roermond, map nr. 223. Op weg geholpen door summiere potloodaantekeningen bij dit afschrift, hebben we zoveel mogelijk de identiteit van de genoemde personen trachten te achterhalen en deze in de noten kort toegelicht. Naast allerlei andere literatuur en de bevolkingsregisters der gemeente Roermond, waren daarbij vooral nuttig de beide delen Genealogieën van Roermondse geslachten van E.M.A.H. Delhougne (I. Maastricht 1956; II. Nijmegen 1961) en tal van jaargangen van het Nederland's Adelsboek en Nederland's Patriciaat. |
|