Van de Slecken, Kinckhoorn, en andere gehoornde Slecken.
DE Slecken zijn tweederley, sommige naeckt, andere die in haer horentjens en huyskens woonen, dewelcke Concha of oock Cochlea Slecken genoemt worden. Wat de naeckte Slecken aengaet, dese zijn sommighe groot, andere kleen. De groote zijn ros, of zwart; de kleene vael, ende van aschgrauwe coleur.
De groote worden van andere Natien als Italianen, Fransche, Duytsche, ende bysonder de Griecken tot spijse en delicatesse gebruyckt, dewelcke daer van oordeelen, datse (schoon zwaer om te verteeren) echter een goet en gesont voetsel geven.
De aschgrauwe en zwarte hebben lange witte plecken op den rugh, ende vier uytstekende hoorntjes, voor aen het hooft met twee uytpuylende oogen, dienende de twee langste tot weg-soeckers en wijsers; andere met witte plecken gesprenkelt. Sommige van dese Slecken, doch niet alle, hebben een steen in het hooft, dewelcke gestoten, en met Wijn ingenomen, de derdendaeghse koorts geneest. Sy soecken meer by nacht dan by daegh haer kost: en onthouden haer niet alleen in Thuynen en Velden, maer in Wijn en Bier-kelders, Kack-huysen, goten, en andere vochtige plaetzen.
Van haer vochtigheyt met Salgemme of Limoen-sap, daer onder een weynigh Boon-water, maecken de Venetiaensche, en Italiaensche Vrouwen een blancketsel.
Wat nu de Kinckhoorn, en andere ghehoornde Slecken belanght, dese woonen in haer huyskens, haer hooft en lichaem daer uytsteeckende, en soo voortkruypende, de Kinckhoorn is met 3 a 4 ommeslagen gedreyt, en met een wonderlijcke draywijse holligheyt begaeft; wanneer men uyt de selve Wijn of Bier ghedroncken heeft, soude de kinckhoest genesen. Andere zijn slecht, sonder eenighe knobbelen of kantigheyt, en uytsteecksels (als den Kinckhoorn) zijnde vol lange strepen en aderen, gaende boven rondt toe als een tol, met even soodanigen holligheyt.