Van de Hinde.
DE Hinde is het wijfje van het Hart, maer kleynder van ghestalte des lichaems als 't selve, sonder hoorns, scherp van gesicht, en een uytnemende snelheyt. Sy heeft vier speenen gelijck de Koeyen, om daer door haer melck aen de jongen toe te reycken.
Dat de Hooftman Sertorius in den oorlogh een witte Hinde met hem voerde, en dat sijn bot Spaens krijghsvolck wijsmaeckte, datse hem van God gesonden was, en datse hem konde voorseggen van alle nootwendige saken, vinden wy by Gellius, Titus Livius, en Plutarchus beschreven. Als hy dan sijn krijghsvolck wat sonderlinghs bevelen wilde, dat haer tegen gingh, soo seyde hy,'t was hem van Godt door dese Hinde bevolen, en wist alsoo sijn domme krijghsbenden te paeyen.
De Hinde begint met het Hart te versamelen in 't laetste van Augustus, ofte in 't begin van September, en wordt in weynigh dagen zwanger. Dit werck wordt veeltijdts van de Hinde al sittende, om dat sy het Hart van wegen sijn krachtigh gewelt niet kan dragen, volbracht: somtijts nochtans onderstut sy hem op de wijs van de andere viervoetige dieren. De tijdt van zwanger gaen wort met acht maenden bepaelt, en sy brenght gemeenlijck een jongh ter werelt. In 't werpen schuwt sy de gemene wegen niet soo seer die van de Menschen betreden worden, als wel de heymelijcke schuylplaetsen die de wilde dieren onderhavigh zijn: want sy weet dat de andere dieren sich omtrent de gemeene landtstraten niet gaern vinden en laten.
Haer teere jongh verberght sy sorghvuldigh onder de kruyden en heesters, om te beter voor het gesicht der Menschen, en der selver lagen bevrijt te zijn.
De verdere eygenschappen van dit beest, die het met de Harten gemeen heeft, konnen boven by de Beschrijvingh van 't Hart nagesien worden.