Van de Kameel.
DE Kameel is een groot en hoogh beest, wiens rugge met een sonderlinge bult, die andere dieren niet hebben, versien is. Hy heeft een lange hals. In de bovenste kaeckbeen zijn geen tanden. Het vlies van de mondt als mede van de maegh is seer rouw. In yeder been is een knye of lidt met geen meer buygingen. De voeten zijn voor maer een weynigh geklooft. Het wijfken heeft vier speenen als de koeyen. Het teel-lit van 't manneken staet achterwaerts uyt, en is soo zenuachtigh, dat men daer van stercke boogh-peesen maken kan. De billen zijn ten aensien van 't lichaem kleyn. De staert is die van den Ezel gelijck.
De Kameel wordt in Asia en Africa veel gevonden.
Hy eet seer greetigh distelen en houtachtigh voetsel, en voornamentlijck de boven-toppen van de biesen; hy veracht oock geen suyvere garst of met hop of met kleyn gras vermenght. Die nu de woestijnen doorreysen worden dagelijcks met vijf garsten koecken, soo groot als een quee-appel gespijst. Hy drinckt geroert of troubel water, en indien het niet vuyl of slijckerigh genoegh is, roert hy het met sijn voeten om: hy kan de dorst wel vier dagen geduldigh verdragen, oock als de noodt dringt wel 14 of 15 dagen de selve uytstaen, maer als 'er wederom gelegentheyt om te drincken voor komt, zwelght hy het water onmatelijck in, om alsoo sijn geleden gebreck overvloedigh te voldoen. Soo langh sy gras om te eeten hebben, zijnse tot het drincken niet seer genegen.
In het versamelen soecken de Kameelen eensame en afgelegen schuyl-hoecken, en op dien tijdt kan haer niemant veyligh genaken, behalven de Herder van de kudde. Dit werck oeffenen sy in een geheel dagh, ofte tot dat haer de geyle lust overgaet. De tijdt van zwanger gaen wort van tien tot twaelf maenden bepaelt, en brengen maer een jongh tseffens ter werelt.
De Kameel bereyckt de ouderdom van 50, en oock wel van 100 jaren, indiense niet door sieckten of in den krijgh, waer toe sy eertijts by de Oostersche Volckeren gebruykt wierden, komen te sneuvelen.
De Kameel is bequam om last te dragen, en wordt gemeenlijck met 700 ofte ten hooghsten met 1000 ponden belast: als hy beladen ofte ontladen wordt, knielt hy, sachtelijck met de handt aen de knije geroert zijnde, neder: wanneer hy nu in het laden gevoelt, dat sijn last met sijn krach-