Het licht(1909)–Jan van Nijlen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 69] [p. 69] Liederen Aan Jos. van Hoof [pagina 71] [p. 71] I. Heilige nacht 't Is nacht. Alsof niet sterven kon het laatste vuur der schemering, zweeft verre naglans van de zon heel vaag als een herinnering, Het dorpje dat een berg beklimt is even stil als 't akkerland, wijl klein en spookjesachtig glimt een venster waar een lichtje brandt. 't Is of de tijd zich zelven telt als 't uur slaat op een verre kerk; een uil roeit over 't grauwe veld, geruischloos als op vulpen vlerk. Zoo innig-bijbelsch is de nacht van licht en schemer-duisternis, als werd hier op dit uur verwacht een hemelsche gebeurtenis. Vorige Volgende