Het licht(1909)–Jan van Nijlen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] XXI. Mumie Ziehier mijn droom: in 't oud Egyptenland regeerend over 't rijk der pyramieden, der grijze sphinxen en der kariatieden, met blauwe lotusbloemen in uw hand, waart gij de koningin! - en al de glorie van uw bleek-bronze naaktheid door den schijn heenglorend van een zijden kleed, was fijn gebeiteld op de muren der historie, die worden zouden tot onschendbaar graf, waarin men uw gebalsemd lijk zou dragen... - Nu ruk ik al die klamme windsel af mijn lief! en sla uw gouden masker stuk, wel wetend dat gij blijft tot 't eind der dagen: een bleeke mumie van versteend geluk. Vorige Volgende