Het licht(1909)–Jan van Nijlen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] XIX. Langs de vaart Verwelkend esschenloof danst langs de huid, glimmend van zweet, van 't uitgemergeld paard, dat aan het strakke touw de oude schuit zachtjes doet glijden op de groene vaart. Rondom is gansch de wereld als een gaard vol wondre boomen 't allen kant, waaruit een vreemde geur stijgt en een zoet geluid van blijde vogels die men niet ontwaart. De zonne zinkt - o, vreedzaam is het uur! - recht in de vaart die rozig wordt, als voer de grauwe schuit in het verdoofde vuur, in tinteling van kleine baar op baar... - en liedjes-zingend staat aan 't zware roer het schippersmeisje korenblond van haar. Vorige Volgende