Het licht(1909)–Jan van Nijlen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] XIII. La vita nuova Wanneer de Zomer 't woord spreekt der bevrijding dat in het woud van boom tot boom verzucht, als 't licht ontwaakt tot in de verste lucht door de enkele echo dezer blijde tijding, gaat alles leven met een begeleiding van kleur en toon, langs veld en lucht, in 't streven tot het allerschoonst: de vrucht die wordt geboren uit die hooge wijding. Zooals de Zomer de allerzoetste vrijheid aan landen schenkt die stralend hij bevrucht, zoo zal de Liefde, die ik heb geducht, nieuw krachten geven aan mijn angstig bloed, en rijpen met haar zegenenden gloed mijn winterweemoed tot een zomerblijheid. Vorige Volgende