Het licht(1909)–Jan van Nijlen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Venezia [pagina 31] [p. 31] I. Aan Platen Hij die der schoonheid hoogste wetten prees, de al-heerlijkheid van 't koninklijke woord, en 't laffe volk met angstige twijfel-vrees vervuld, begeesterend heeft aangespoord om trotsch te stijgen waar zijn hand naar wees, hij kon alleen in muzikaal akkoord verbeelden, wen de schim der stad verrees, het venetiaansche beeld in 't duitsche woord. Hoe ruischt zijn rytmus mijne onmacht toe! wanneer ik, landend aan dit eenig strand, met droeven angst mij afvraag waar of hoe ik klanken vinden zal om te verwoorden wat hij zag en verkondigde zijn land in blijden echo, een nog nooit gehoorden. Vorige Volgende