gelukkige aarde, waar goedheid heerscht en vrede. Zij zijn geïdealiseerd naar eene hooge dichterlijke visie en blijven toch eenvoudige menschen; hunne figuren hebben soms, temidden der velden, eene bijbelsche grootheid. De engelen des hemels worden aangetrokken door hunne zuivere menschelijkheid en zijn bij den arbeid trouwe en onzichtbare makkers.
Ils venaient visiter sur ce coin de la terre
La beauté que Dieu donne à la vie ordinaire.
Dit gewone alledaagsche leven wordt hier nogmaals door Jammes geprezen als het hoogste goed dezer wereld. En wat zijn zij anders dan beelden van het meest gewone bestaan, al die tafereelen waaruit het grootsche gedicht bestaat: de oogst, het avondmaal der arbeiders, het verhaal van den matroos, de dood van den ouden landman, het vertrek der dochter, de wijnoogst, de dood van den ouden bedelaar met het subliem verhaal van zijn ellendig leven. En hoe komt het dat die gewone gebeurtenissen, die wij zoo goed meenen te kennen, ons tot in het diepste des harten ontroeren alsof de poëzie die zij bevatten ons voor het eerst wordt geopenbaard, en dat zij bovenaardsche visioenen lijken van schoonheid en geluk? Alleen het eenvoudige, harmonieuze woord van een dichter heeft dat wonder verwekt.
De stem van Francis Jammes heeft in Les Géorgiques chrétiennes haar hoogtepunt van harmonie en kracht bereikt. Dit is niet aan een louter toeval te wijten, noch alleen aan de normale ontwikkeling van zijn expressievermogen. Waar de dichter zich vroeger wel eens liet afleiden van zijn onderwerp door allerlei bekoorlijke maar bijkomstige schoonheden die hij niet den moed had onvermeld te laten, (en hoe vaak is ons gevoel, zooniet onze geest, hem daar dankbaar om geweest) daar gaat hij in zijn