van rhetoriek. Maar in allen eenvoud, in alle koelbloedigheid, de vervulling van een plicht en de zekerheid dat het land dat hij boven alles liefheeft meer gebaat is met het vrijwillige offer van zijn leven dan met schoone woorden en gebaren.
Wat Péguy voor zijne soldaten was vertelt ons het boek van V. Boudon, Avec Charles Péguy de la Lorraine à la Marne, een sober en onschatbaar dokument. Voor zijne soldaten, van wie er wellicht maar enkelen den schrijver kenden en vermoedden welk een geniale kunstenaar hun luitenant was, was Péguy een zorgzame vriend. Hij spreekt hen toe in hunne schoone ruwe taal, hij zorgt er voor dat zij niets te kort komen. Gedurende de afmattende tochten spreekt hij hen moed in; en in de vreeselijke dagen van den terugtocht laat hij niet toe dat men twijfelt aan de overwinning en aan de toekomst van het land. Voor iedereen is hij een moreele steun. Geen oogenblik verliest hij zijn vertrouwen, noch zijne sereniteit. V. Bourdon teekent aldus zijn portret: ‘Assis sur une pierre, comme nous blanc de poussière, couvert de sueur, la barbe broussailleuse, les yeux pétillants derrière ses lorgnons, je vois encore notre cher lieutenant, le brave Charles Péguy, l'écrivain, le poète, que tous nous aimions comme un ami, qui, en Lorraine comme pendant la retraite, insensible à la fatigue, brave sous la mitraille, allait de l'un à l'autre, encourageant par la parole et l'action, courant de la tête à la queue de notre compagnie, mangeant comme nous un jour sur trois, sans une plainte, toujours jeune, malgré son âge, sachant le parler qui convenait aux Parisiens que nous étions pour la plupart, relevant d'un mot bref, tantôt mordant, tantôt ironique ou gouailleur, les courages défaillants, toujours vaillant, prêchant d'exemple; je revois encore notre cher lieutenant nous disant à l'heure où beaucoup