Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 206] [p. 206] Satyr en Christofoor Neen, Christofoor, 't onstuimig water dat Een stroef-gespannen vaart van blauwe plooien Rondom je knieën trok, dat heeft je niet Het waden zóó bemoeilijkt -, noch de visch Die telkens tusschen je enkels glipte en doorschoot -, Noch 't kind dat op je schouder zit - ach neen. Maar toch, nu, aan den oever, leun je zijwaarts Machteloos steunend op je stok, de knuppel Als een knoestige kruk in je oksel drukkend, Je woest hoofd hangt omlaag, je gromt, je baard Schokt op het zwoegen van je borst - Neen, neen, Zwijg maar, ik ken die zwakheid ook, ik weet Wat 't is, ach Christofoor, wat het beteekent Wanneer eensklaps twee ronde kinderhandjes De stoppels van je ruige wang vastgrijpen - Je hoeft die traan voor mij niet te verbergen. Vorige Volgende