Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 199] [p. 199] Memlinc Ik denk dat de opslag van zijn beide Kalme geopende oogen ziet Voorbij den einder in 't gebied Aan de overzijde, Waar hem de stille vijvers nog van scheiden. Hij komt naar voren uit de stoeten Der boomen, in het diepe land - Maar in zijn hoed zijn aan den rand Twee scheeve moeten In 't rood fluweel geknepen bij het groeten. Zijn handen doen nog met elkander 't Gebaar van breken van het brood. Leven is eender zoet als dood. De dag verandert Zijn strakke kleur niet voor wie zoo vroom wandelt. Vorige Volgende