Verzamelde gedichten
(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 190]
| |
I't Is stil en warm in de vallei
Een beekje ruischt langs 't riet voorbij.
O reine maagd, die moeder werd,
Nog speelt het kindje aan uw hart,
Maar ginder, in het bosch dat bloeit,
Ach, staat de stam van 't kruis en groeit.
Naar Ed. Mörike | |
[pagina 191]
| |
IIAls ik zijnen blik ontmoet,
Straalt zulk een geducht vermogen
Uit zijn overmachtige oogen,
Dat mijn hart zich geven moet.
Och, als Hij met die bezielde
Oogen naar mijn oogen groet,
Mocht ik glanzen van hun gloed
Tot die oogen van mij hielden.
O hart, dat zich geven moet
Aan zijn overmachtige oogen,
Waaruit zulk een sterk vermogen
Straalt, als ik zijn blik ontmoet.
Uit: Spanisches Liederbuch | |
[pagina 192]
| |
Van Suylensteijn, van Suylensteijn,
Jij bent geen troubadour -
Dan zouden rietjes zuilen zijn,
En onze bekjes muilen zijn -
Neen, neen, Geraert van Suylensteijn,
Van Suylensteijn,
Je bent een oude heer.
|
|