Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 186] [p. 186] Nacht Als doods-hoofden stekend op hooge staken, Zijn de lantarens om het plein gezet, En verven 's nachts 't uitbundig leven met Schaterend paars en dwaas-lachend scharlaken. De ziel, die daags zacht glimlacht, is ontzet. Dronken van rythmen die dansende braken, Voelt zij haar waanzin ten verbijstring raken, Die huilt en gilt gelijk een klarinet. Witte seringen druipen uit een hooge Vaas, stuk-gebeten door een naakte vrouw - - Over haar buigt een man met een viool - Wij zijn bang voor het zonlicht! Zie, het grauw Spooksel dat achter de gordijnen school, Zal onzen lach vermoorden met zijn oogen -. Vorige Volgende