Verzamelde gedichten
(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 113]
| |
Nagelaten gedichten
| |
[pagina 115]
| |
BabelBabel had haren toren hoog gebouwd
En tartte God die in den hemel lachte -
De menschen hebben op hun kracht vertrouwd,
Hun zelfbewustzijn deed hen God verachten.
Ze waren groot, ze waren trotsch en stout,
Lijven gespierd, hoofden vol donkre machten -
Hun handen grepen in het sterre-goud,
En God was niet te hoog voor hun gedachten.
Heusch! Onze tijd kan niet op God meer letten,
Nu het stad-huis en 't ministerie kwam.
Geen steigerende waanzin meer van moed.
Aardappels, vleesch en groente voeden goed.
Berlage bouwde een beurs in Amsterdam.
De grootsten onzer maken nog sonnetten.
|
|