Verzamelde gedichten(1990)–Martinus Nijhoff– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] De heilige Mijn beide armen hield ik uitgebreid, Menigten zag ik smeeken om mijn zegen. Mijn handen heb ik om hun hoofd geleid, Mijn stem was zacht zingend als zomerregen. Wat hebben zij daarmee van mij verkregen, Wat volheid heb ik hun daarmee bereid? Was niet mijn heele leven maar een leege Droomende glimlach tot de oneindigheid? Maar bij het grijzen van de schemering Breek ik mijn brood en vouw mijn handen, die Al rijk en vol zijn van een enkel ding - Het huis is ruischend van een melodie, Wanneer ik bid en om mijn hoofd een kring Van cirkelende zilvren lichten zie. Vorige Volgende