wereldoorlog,
Jan Greshoff is de specie. Als typograaf,
journalist, criticus en dichter heeft hij nu veertig jaar lang, onverflauwd
werkzaam, de grote figuren omringd en begeleid, en zo zijn bindende en tekening
scheppende functie verricht. Zijn kracht is zijn stijl, zakelijk als die van
een goed letterkundige, geestdriftig als die van een ontvankelijk amateur.
Geografisch gesproken, dekt zijn arbeidsveld het gehele terrein van de
Nederlandse taal: Nederland, België, Zuid-Afrika, terwijl hij, tijdens de
tweede wereldoorlog, bovendien in Indonesië en Amerika poolshoogte gaat nemen.
Geestelijk gesproken, lopen de lijnen van Verhaeren naar Maurras, leggen
verband tussen tegenstrijdigheden als
Van Schendel en
Ter Braak, zijn nu hier, dan daar, verspringen
naar links, naar rechts, immer vlot, immer springlevend, immer vormend en zelf
gevormd door zijn grote tijd. Zij is op zichzelf een wonder, deze specie. In
haar zijn vermengd, beide zuiver blijvend, het water der burgerlijke tederheid
en de onblusbare kalk van het dichterschap.